De omzet die boeren en tuinders halen uit directe verkoop aan consumenten blijft stijgen en heeft een waarde van in totaal inmiddels €595 miljoen. De tuinbouw is in deze neventak relatief sterk vertegenwoordigd.
Dat blijkt uit onderzoek door Wageningen UR. Boerderijverkoop – in een eigen winkel, in kraampjes langs de weg, op boerenmarkten en via internet – is qua omzet de belangrijkste vorm van zogeheten multifunctionele landbouw. De neventakken die volgen zijn zorglandbouw (€450 miljoen), recreatie (€362 miljoen) en kinderopvang (€158 miljoen). In die disciplines hebben tuinbouwbedrijven een relatief klein aandeel, zowel gemeten naar aantal bedrijven als naar omzet. Maar in boerderijverkoop is de tuinbouw wel flink vertegenwoordigd, met een derde van het aantal bedrijven en een nog iets groter aandeel in de geschatte omzet.
Voor het eerste ook sierteeltomzet
De omzet uit boerderijverkoop is in 2023 met name hard gestegen doordat de Wageningse onderzoekers voor het eerst ook een schatting hebben gemaakt van de verkoopwaarde van direct aan de consument verkochte bloemen, planten, bomen en bollen. Die hebben alleen al een waarde van zo’n €135 miljoen.
Groei deels door inflatie
In voorgaande onderzoeken werd alleen de omzet behaald met door boeren en tuinders verkocht voedsel berekend. Die was in 2020 €340 miljoen en in 2023 €460 miljoen. Ook daar zit dus nog steeds groei, maar daar moet wel rekening gehouden worden met de hoge inflatie in met name de jaren 2022 en 2023. Het effect van de coronacrisis is wat diffuser: eerst dreef de crisis de huisverkoop flink op, maar daarna zakte dat effect ook weer in.
Minder maar grotere verkooppunten
Opvallend aan de ontwikkeling van het aantal bedrijven met huisverkoop en de omzet die ermee wordt gehaald, is het verdwijnen van kleinere en het juist harder groeien en ook in aantal nog wat toenemen van de wat grotere verkooppunten. In 2020 haalden 3870 voedselverkopende boeren en tuinders per bedrijf gemiddeld €95.000 aan omzet uit hun directe verkoop. In 2023 steeg die gemiddelde omzet naar €133.000. En als de 400 sierteeltbedrijven met hun €135 miljoen aan omzet worden meegerekend, dan komt de gemiddelde omzet per huisverkopende bedrijf uit op zelfs €154.000. Om daar na aftrek van kosten nog een mooi bedrag aan over te houden speelt het schaalvoordeel van een grotere winkel een belangrijke rol.
Scoren met seizoensproducten
Ook grotere verkoopkramen langs de weg, vaak met seizoensproducten als asperges, aardbeien en kersen, handhaven zich qua aantal (650 stuks) en groeien in omzet (€135.000 per bedrijf). Vanwege het tijdelijk karakter van veel van die kraampjes staan tegenover die omzet relatief veel minder kosten.