Dijsselbloem pleit Rabobank vrij

Het ministerie van Financiën heeft geen aanwijzing dat Rabobank klanten willens en wetens in de problemen brengt zodat een dochteronderneming goedkoop aan vastgoed kan komen.

Dat schrijft minister Jeroen Dijsselbloem in een antwoord op Kamervragen van Farshad Bashir van de SP. Dijsselbloem baseert zich daarbij onder andere op een recente verkenning van de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

Zoals alle banken heeft ook Rabobank een afdeling Bijzonder Beheer die gericht is op het voorkomen of beperken van verliezen voor de klant en de bank zelf. Bijzonder beheer kan overgaan tot onderhandse verkoop van activa. In een beperkt aantal gevallen is dat niet mogelijk, aldus de minister, en wordt geveild. In dat geval kan een dochterbedrijf van Rabobank, Bodemgoed, mee bieden.

Bodemgoed biedt op verzoek van Bijzonder Beheer mee tot een redelijke bodemprijs, om zo te voorkomen dat objecten tegen elke prijs worden verkocht. Biedt niemand hoger dan de bodemprijs dan wordt Bodemgoed de eigenaar. Bodemgoed moet dan niet alleen het bod betalen, maar ook de kosten koper zoals de veilingkosten en overdrachtsbelasting. Deze kosten worden niet aan de klant doorberekend.

Bodemgoed zoekt daarna een koper. Daarbij wordt soms tegen een hogere maar vaker tegen een lagere prijs verkocht. Dijsselbloem vindt het daarom niet bezwaarlijk dat drie medewerkers van de afdeling Bijzonder Beheer van de Rabobank tevens bestuurder zijn bij Bodemgoed. In de agribusiness betreft faillissementen meestal glastuinbouwbedrijven maar ook voor varkensbedrijven valt nog wel eens de hamer.