Voedselverspilling is een serieus probleem dat door de hele keten aangepakt moet worden. Dat zegt staatssecretaris Sharon Dijksma van landbouw tijdens een bijeenkomst over het tegengaan van voedselverspilling op het ministerie van landbouw.
Uit de Monitor Voedselverspilling van het ministerie van landbouw blijkt dat in Nederland de meeste verspilling bij de consument plaats vindt. 15 procent van het voedsel wordt weggegooid; 10 procent zijn versproducten, 5 procent de lang houdbare producten. “Voedselverspilling is heel hardnekkig en het lijkt zelfs toe te nemen”, zegt Dijksma. “We moeten gezamenlijk iets doen om het tij te keren. Elke schakel is een deel van de oplossing”, zegt ze.
Tegelijkertijd zegt Dijksma dat de verspilling bij de Nederlandse boeren en tuinders niet groot is. De rol van de Nederlandse agrarische sector is meer het delen van kennis met boeren in ontwikkelingslanden over het oogsten en opslaan van voedsel, omdat hierbij in ontwikkelingslanden veel verloren gaat. In Nederland ligt het aandachtsgebied meer bij de tussenhandel, de verpakkers en de consument. Uit de monitor Voedselverspilling blijkt tevens dat met name voedsel dat verpakt is en niet gekoeld bewaard hoeft te worden veel langer eetbaar is dan tot de houdbaarheidsdatum.
Dijksma is niet voornemens om de regels direct te gaan veranderen. Ze vindt dat er binnen bestaande regelgeving veel mogelijk is om te verbeteren. “Het gaat vooral om bewustwording. Consumenten moeten gewoon wat praktischer zijn met voedsel en niet zomaar alles weg gooien.”
In Brussel is een Europese organisatie opgericht die het gebruik van voedselresten in veevoer wil stimuleren. De organisatie EFFPA wil meer voedselresten in veevoer gaan toestaan. Ook moeten er nieuwe technieken ontwikkeld worden die het mogelijk maken om meer voedselresten veilig en efficiënt te verwerken in veevoer. Het gaat EFFPA in eerste instantie om producten die veilig gebruikt kunnen worden, zoals brood, chips en koekjes. Het gebruik van voedselresten met dierlijke eiwitten is in verband met het risico op verspreiding van dierziekten niet toegestaan.
Op dit moment wordt in Nederland 21,3 procent van de voedselverspilling verwerkt tot veevoer. 6,8 procent wordt vergist en 22,4 procent wordt gecomposteerd. Bijna de helft van het weggegooide voedsel (45,6 procent) wordt verbrand en 3 procent wordt gestort. De producten die verwerkt worden tot veevoer komen hoofdzakelijk uit de verwerkende industrie, zoals aardappelverwerkers en de bakkerijsector.