De verplichte drukregistratie op spuitapparatuur wordt met twee jaar uitgesteld.
Dat schrijft staatssecretaris Sharon Dijksma (Infrastructuur en Milieu) aan de Tweede Kamer, Dijksma wil de verplichting niet uit de regelgeving schrappen, maar ziet wel reden voor uitstel van de regeling die in 2013 was aangekondigd.
LTO Nederland, Cumela en de bloembollenteelt (KAVB) hadden bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu bezwaar gemaakt tegen de verplichte invoering van de spuitdrukregistratie. Reden van de spuitdrukregistratie is dat de spuitdruk van invloed is op drift (verwaaiing) van gewasbeschermingsmiddelen.
Dijksma schrijft dat de brancheorganisaties betrokken zijn geweest bij de afspraken om drukregistratie in te voeren per 1 januari 2017. De regels staan sinds 1 januari 2013 in het Activiteitenbesluit.
Sommige spuitdoppen verbieden
Unie van Waterschappen en drinkwaterbedrijf Vewin willen dat de drukregistratie wel wordt ingevoerd. LTO, Cumela en KAVB stellen als alternatief voor om spuitdoppen te verbieden die een groot risico opleveren voor oneigenlijk gebruik. Volgens Dijksma bestaat ten onrechte bij een deel van de gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen (en hun adviseurs) het beeld dat driftarme toepassing landbouwkundig niet tot de gewenste resultaten leiden. “Uit praktijkprojecten blijkt dat dit niet klopt”, aldus Dijksma.
Dijksma heeft met de brancheorganisaties afgesproken dat zij met concrete voorstellen komen om verkeerde toepassing te voorkomen. Daarbij moet ook worden bezien voor welke apparatuur eventueel van drukregistratie kan worden afgezien. Dijksma geeft heel 2017 de tijd om met voorstellen te komen. Als er geen goede alternatieven zijn, wordt de drukregistratie alsnog verplicht op 1 januari 2019.