Een heffing op gewasbeschermingsmiddelen is niet wenselijk. Dat concludeert staatssecretaris Sharon Dijksma (EZ) op basis van de uitkomsten van onderzoek door SEO Economisch Onderzoek.
Alleen een heffing zonder brede aanvullende maatregelen is volgens SEO weinig effectief en zal leiden tot kostenverhogingen voor de gebruikers die op de korte termijn niet doorberekend kunnen worden. Ook is onduidelijk hoe hoog een heffing zou moeten zijn om een relevante daling van het gebruik van middelen te bereiken. Dijksma wijst in haar brief aan de Tweede Kamer ook op de ‘forse lastenverzwaring voor telers in moeilijke economische tijden.’ Volgens Dijksma zijn er ‘voldoende andere instrumenten beschikbaar die de risico’s van gewasbeschermingsmiddelen effectief kunnen terugdringen’. Zij noemt als voorbeeld het verplicht of vrijwillig verbreden van teeltvrije zones, hogere driftreductiepercentages en verplicht gebruik van zuiveringstechnieken in de glastuinbouw. Deze maatregelen staan ook in de nota Gezonde groei, duurzame oogst, die begin juli is besproken in de Tweede Kamer.
Het onderzoek door SEO in opdracht van EZ is het gevolg van een vorig jaar aangehouden motie van de SP en de Partij voor de Dieren. De motie werd niet ingediend door de toezegging van de toenmalige staatssecretaris om onderzoek te doen naar de effectiviteit van heffingen. Daarbij is onder meer gekeken naar de effecten van soortgelijke heffingen in Noorwegen, Denemarken en Zweden. Daar is een heffing onderdeel van bredere pakketten aan maatregelen en kan het effect van de heffing moeilijk aangetoond worden. Ook concludeert SEO dat de vraag naar gewasbeschermingsmiddelen prijsinelastisch is, een hogere prijs heeft een beperkte invloed op de vraag naar een middel. Voor een vermindering van het gebruik van 50 procent zou een prijsverhoging in de orde van grootte van minimaal 100 tot 500 procent nodig zijn.