De onzekerheid rondom GMO en het terugvorderen van gelden ondermijnt het draagvlak voor de regeling en belemmert zo de samenwerking in producentenorganisaties.
Dat stelt staatssecretaris Sharon Dijksma in een kamerbrief. Dijksma heeft dat standpunt op de landbouwraad in Brussel van april verkondigd. De kamerbrief is daar een verslag van.
De staatssecretaris heeft zich in Brussel ingezet voor behoud van GMO voor Nederland. Er is discussie over verdeling van de gelden. Eén van de standpunten is dat ontwikkelde landen het geld minder nodig hebben dan landen zonder ontwikkelde groente- en fruitketen. Dijksma heeft gewezen op de specifieke situatie in Nederland met een geconcentreerde vraag met grote supermarkten en een kritische consument. De Nederlandse sector moet daardoor (met GMO-middelen) blijven investeren in bundeling op het terrein van afzetbevordering, innovatie en duurzame productie als marktstrategieën.
Dijksma wil Nederlandse kennis over ontwikkeling van producentenorganisaties delen met landen zonder zo’n ontwikkelde keten. Als voorwaarde stelt Dijksma wel dat de regeling simpeler wordt en eenduidiger, met minder risico’s op terugvordering.
Dijksma heeft zich in Brussel uitgesproken tegen het aanscherpen van de mogelijkheid van crisispreventie. Met name Zuid-Europese landen willen meer geld vrijmaken voor zaken als niet- of groenoogsten en interventie. Nederland vindt de huidige plannen al ver genoeg gaan.
Beheer
WP Admin
Bewerk bericht