Diffuus glas met een oppervlaktestructuur heeft in natte toestand een hogere transmissie dan nat standaard glas. Dit was de verrassende uitkomst van een onderzoek naar de invloed van condens door Wageningen UR Glastuinbouw.
In een proefkasje in een klimaatcel werden bij verschillende kasdekken de invloed van condens op de lichttransmissie en de energiebalans onderzocht. De meest opmerkelijke ontdekking was dat de transmissie van het diffuse glas met oppervlaktestructuur (Vetrasol 503) niet beïnvloed wordt door condensvorming. De transmissie ging nauwelijks achteruit. De lichttransmissie van een volledig gecondenseerd kasdek van standaard enkel glas is 7,4 procent lager dan in droge toestand.
Transmissie blijft gelijk
Ondanks de haze-factor van 70 procent liet Vetrasol 503 in de proef in droge toestand evenveel en in natte toestand zelfs 5 procent meer PAR-licht door dan standaard enkel glas. De positie van de structuur (binnen of buiten) maakt niets uit voor de lichtdoorlatendheid. Beide effecten zouden verklaard kunnen worden uit de hellingshoek van de ‘kleine pyramides’ in de structuur . “Mogelijk vangen deze ‘pyramides’ het gereflecteerde licht uit de condensdruppels op”, oppert onderzoekster Cecilia Stanghellini. “Om dat precies te weten moet dit apart worden onderzocht. Maar het is waarschijnlijk dat dit effect bij alle soorten diffuus glas met een oppervlaktestructuur zal plaatsvinden.”
Condens kost 3 procent PAR-licht
Condens speelt een belangrijke rol. Volgens berekeningen met Kaspro van Wageningen UR Glastuinbouw voor tomaat is op het kasdek 85 procent van de daguren condens aanwezig. Wanneer aangenomen wordt dat condens het glasoppervlakte gemiddeld voor 50 procent bedekt is het lichtverlies door condensatie op jaarbasis 3,1 procent (50%x7,4%x85%). Lichtverliezen door condensatie worden zelden betrokken in de vergelijking van verschillende kasdekmaterialen.
Lees meer over dit onderzoek in G&F Magazine dat op 4 februari verschijnt. Het rapport van het onderzoek is hier te downloaden. Kijk hier voor een foto-impressie van dit bijzondere onderzoek.
Bron: Groenten & Fruit – Auteur: Gerard Boonekamp