Een Deens project onderzoekt of drones bruikbaar zijn voor de biologische gewasbescherming in de open lucht. De drone plaatst natuurlijke vijanden van schadelijke insecten alleen op die plekken in het gewas waar de insecten schade veroorzaken.
Dat meldt de Deense universiteit SDU. Professor Søren Wiatr Borg, werkzaam bij het Instituut voor Technologie en Innovatie (EIT), noemt het een volkomen nieuwe manier van gewasbescherming. “De uitdaging is dat de ‘ecodrone’ de natuurlijke vijanden veilig verspreidt op de plek in het gewas waar ze nodig zijn. Deze bestrijders, zoals mijten en lieveheersbeestjes, moeten daar ongedeerd aankomen en de schadelijke insecten aanvallen, voordat ze zelf door vogels worden opgegeten. Tot nu toe is de toepassing van natuurlijke vijanden in de open lucht veel te kostbaar. De inzet van een drone maakt dat mogelijk.”
Het project staat onder leiding van de Syddansk Universitet (SDU). Er doen nog elf bedrijven en organisaties aan mee. De SDU test de drone in eerste instantie in aardbeien, boomgaarden en kerstbomen, zegt Wiatr Borg. “Maar op termijn is het goed denkbaar dat we dat ook doen in grote maispercelen.”
Minder chemische middelen
Biologische gewasbescherming wordt alleen toegepast in kassen. Het EcoDrone Project wil dit ook realiseren in de open lucht. Dan zijn minder chemische middelen nodig, zegt projectleider Brad Beach. “De ecodrone maakt biologische teelten gemakkelijker. Dat betekent lagere prijzen en de sector kan voldoen aan de stijgende vraag naar biologische producten.”