Elze Lia Visser heeft de winddoeken weer opgevouwen. Tot tweemaal toe heeft ze in de afgelopen periode met extreme kou en wind de bramenstruiken moeten beschermen tegen de drogende oostenwind.
Om de rij heeft de fruitteler uit Ingen aan de oostzijde van de rijen doeken gespannen die de wind tegenhielden. “Tegen de vorst was verder niets te doen” legt Visser uit. “Bramen kan je niet beregenen zoals appels en peren. Of er schade is aan de bramen is nu nog niet te zeggen.”
Knoppen beginnen te groeien
Visser geeft aan dat de knoppen wel beginnen te groeien. Dit doen ze nog op eigen kracht. Pas als ze 2 à 3 centimeter zijn, trekt de stengel water vanuit de wortels op. De vaatbundels moeten dan aan het werk. Als deze vaatbundels door de vorst en de wind zijn uitgedroogd en afgestorven, kan er geen vocht vanuit de wortels naar boven stromen. De knoppen gaan dan slap hangen en de hele stengel is verloren. “Om te weten wat de schade van deze en de vorige vorstperiode werkelijk is, moeten we een week of vier wachten”, stelt Visser.
Bramen en bessen planten
De vorstperiode heeft ook iets goeds gebracht. Visser is het planten van de Lochness-bramen en rode bessen aan het voorbereiden en daarbij is grondbewerking een onderdeel. Met de rolhak wordt de grond bewerkt en de ruggen kunnen nog even goed door drogen. Dit kon prima over de vorst heen. Elze Lia vertelt enthousiast dat ze scheuren in de bovenlaag van de grond ziet. Dit is uitermate goed voor de luchtdoorlatendheid van de grond. En dus goed voor de wortels en de planten.
Groencompost uitrijden
Ook de loonwerker is geweest om groencompost uit te rijden in de boomgaard met een mestkar met zijuitgang richting de planten. Biologische telers mogen dit mengsel van maaisel en snoeisel als mest aanbrengen op het land. Visser geeft aan zeer tevreden te zijn over de groencompost van het bedrijf Recom uit Ede. “Al jaren constante kwaliteit, met een goede samenstelling en juiste verhouding van metalen en zouten”. Door de vorst kon het uitgereden worden zonder de bodem te beschadigen.
Auteur: Eveline Westeneng