Jan Meuzelaar in Strijen plant deze week de laatste ijsbergsla die nog onder vliesdoek gaat. De volgende plantingen liggen open en bloot voor het wild.
“Vooral duiven zijn hier een probleem. Dit jaar zou het wel eens een groter probleem kunnen zijn dan in voorgaande jaren. Wegens de vogelgriep eind vorig jaar konden de jagers maar beperkt jagen. Hoe het wild te weren is elk jaar weer een fikse uitdaging. In het verleden hebben we enkele keren gewerkt met afrastering met elektriciteit, maar dat bleek al snel niet praktisch. Zodra onkruid of gras het gaas raakt, is de spanning weg en bij elke bewerking heb je hinder van het gaas.”
Het wild wordt daarom weer op meer traditionele wijze geweerd met vlaggen, een alarmpistool en de jager. “Die jager moeten we wel steeds aanmoedigen om te blijven lopen. Het enthousiasme gaat er bij hem wel een beetje af. Begrijpelijk als je ziet hoeveel commentaar hij krijgt van langslopende burgers.”
De voorbereidingen op de zware klei (30 tot 50 procent afslibbare delen) zijn redelijk tot goed gelukt en het planten ligt goed op schema. “Maar de natuur loopt wel twee weken achter” Nu zullen de teelten in mei wel bijtrekken, maar de eerste plantingen hebben stil gestaan. Het zit er dik in dat die gelijk rijp zijn met latere plantingen”.
Behalve met planten is Meuzelaar ook in de weer met beregenen. Alleen afgelopen zaterdag viel er 2 millimeter neerslag, daar bleef door de aanhoudende wind in de dagen erna niet van over. Die wind maakt het ook lastig om met de haspel het water goed te verdelen. “In de plantingen zonder doek gebruiken we ook de beregeningsboom. Die is minder windgevoelig en geeft een betere verdeling.”
De komende weken blijft er nog kans op nachtvorst. Dat vormt geen reden voor ongerustheid. “In de telt heb ik in het voorjaar nog nooit vorstschade gezien. De laatste nachtvorst –begin deze week- maakte welk dat de planten wit uitsloegen, maar ik verwacht daar ook geen nadelige gevolgen van.”