“We gaan deze en volgende week nog maar 1,5 kilo per vierkante meter knippen. In week 33 was dat nog 2,3 kilo”, zegt Geert Koot in Poeldijk. “Vanaf vorige week is de snelheid er helemaal uit.”
Hij heeft het ras Foundation staan. Het was de bedoeling het hele seizoen middelgrove trostomaten te produceren. Tot de langste dag is dat goed gelukt door een hoge teeltsnelheid aan te houden. “Maar daarna werden de tomaten te grof en dat blijft zo want we zijn trager gaan telen omdat we tot week 51 doorgaan en dus voldoende kracht in de kop willen houden.” Het gemiddeld vruchtgewicht is nu 135 gram, zeker 10 gram te veel. “Teelttechnisch en kwalitatief is het een heel goed ras. We hebben nu wat groene puntvruchten maar die kunnen we gewoon laten doorkleuren want de rode vruchten scheuren niet.” Ook de productie is in lijn met de prognose. “We rekenen op zo’n 68 kilo per vierkante meter uit te komen, 4 kilo meer dan vorig jaar met Diamantino. Maar je ziet wel dat Foundation eigenlijk een grove tomaat is. Het totaal aantal trossen is lager dus hij moet de productie uit zijn grofheid halen.”
Zon meteen benutten
Bij donker weer realiseert Koot een etmaaltemperatuur van 17,5 graden en op een lichte dag ruim 19 graden. “Ik wil de kracht van de zon maximaal benutten zodra dat kan.” De voornacht staat op 14 graden tot 1 uur, de nanacht op 17 graden en na een ochtenddip (16,5 graden) stijgt de kasluchttemperatuur vanaf 9 uur naar 19 graden plus 4 graden op licht. “Maar op een zonnige dag is dat 21 plus 3 graden lichtverhoging die we langer vasthouden.” Daarbij wordt maximaal CO2 gedoseerd als de stroomprijs dat toelaat. “We willen de laatste trossen er zo goed mogelijk aankrijgen. Daarna gaan we koeler telen.”
Hoop op goed staartje
Teelttechnisch gaat het nog helemaal naar zijn zin. “Er staat een sterke kop op en een mooie generatieve koptros. We halen er geen tros uit, maar gaan vier trossen op 5 snoeien en de laatste twee weer op 6 vruchten.” De kop gaat er rond 23 september pas uit, zodat de laatste bloei in de eerste week van oktober plaatsvindt. “Het is natuurlijk een gok, maar we hopen zo in het staartje van de teelt nog wat goed te maken van dit slechte seizoen.”
Rupsenjaar
Het gewas is gezond genoeg om het einde goed te halen. “Het is vrij van Botrytis en er zit maar sporadisch wittevlieg in die goed onder controle is.” Rupsen vragen wel veel aandacht. “Het is echt een rupsenjaar. We hebben al frequent met afwisselende middelen gespoten. Er zit het hele jaar te weinig Macrolophus om de rupsen eronder te houden. Met Macrolophus gaat het al zes jaar moeizaam. We hebben dit jaar tot week 24 bijgevoerd en hebben tot 1 juni niets gespoten, en nog zie je geen goede populatieopbouw. Aan de kwaliteit van de geleverde beesten kan het niet liggen. Die is prima.”
Focus op interen
Met het wisselende weer is de watergift iedere dag weer anders. Op donkere dagen start de unit om 9 uur met druppelen en stopt om 15 of 16 uur. Op zonnige dagen wordt tot 18 uur water gegeven. “Ik probeer iedere nacht minstens 10 procent in te teren. Maar na een donkere dag is dat moeilijker te realiseren. Gelukkig komt vaak aan het eind van de dag de zon nog even tevoorschijn waardoor de plant nog wat extra water opneemt.”