Doorgaan naar artikel

‘De sky is the limit met Crispr-Cas’

Nieuwe gentechnieken bieden ongekende kansen in de plantenveredeling. Bioloog Nelleke Kreike is er razend enthousiast over. Tijd voor andere regels voor genetische modificatie, vindt ze.

Sinds de komst van de veelbelovende nieuwe techniek Crispr-Cas is het in de plantenveredeling ‘een gekkenhuis’, zegt Nelleke Kreike. Een gekkenhuis waar ze zich overigens vol enthousiasme in begeeft. Haar specialisme is moleculaire merkers, een methode om gewenste eigenschappen snel te herkennen in de nakomelingen van een plant. Duurde het tijdens haar promotie nog vijf jaar om een in de veredeling bruikbare merker te ontwikkelen, nu worden deze in drie maanden gemaakt.


Iedereen heeft het nu over Crispr-Cas, dat als een soort toverformule ongekende mogelijkheden zou bieden. Wat is het eigenlijk?

“Dertig jaar geleden begon het met wat toen genoemd werd ‘transformatie’. Het inbrengen van nieuwe eigenschappen in een plant met behulp van een bacterie. Dat was toen ongehoord. Later kreeg je daar verfijnde vormen van zoals cisgenese, waarbij je soorteigen genen inbrengt. Nu is er Crispr-Cas. Daarvan ben ik zo gecharmeerd omdat het zo enorm precies is. Je kunt gewoon zeggen: deze letter haal ik eruit, en die zet ik erin. Daarmee is er een antwoord op een belangrijke kritiek op GMO-techniek, dat die zo random was. Je wist niet waar dat nieuwe stukje DNA terechtkwam. Het DNA is immers zo groot.”

Zijn er al concrete, bruikbare resultaten?

“In de Verenigde Staten is mais gemaakt met droogteresistentie. En er is een champignon gemaakt die niet meer bruin wordt. Dat is meteen ook interessant voor fruit. Het leuke van genetica is dat processen die in de ene soort spelen, zijn te vertalen naar heel andere soorten. En met Crispr-Cas kun je niet alleen knippen en plakken, je kunt ook mutageniseren (genen gericht bewerken, red.). Bij die champignon hebben ze geen genen ingebouwd, maar een bestaand gen uitgezet. Dat kan ook met Crispr-Cas.”

Kun je DNA bouwen zoals je wilt? Dus zelf nieuwe soorten maken met eigenschappen waarvan je de code kent?

“Ja dat kan. Je kunt genen, of beter: baseparen in het DNA, vervangen. Wetenschappers zijn erin geslaagd om DNA synthetisch te maken en het oorspronkelijke DNA van die cel te vervangen. En deze cel bleef in leven. Maar je moet de complexiteit van een levend organisme niet onderschatten. Een bacteriecel kan zichzelf delen, maar om een nieuwe plant uit een cel te halen is veel meer nodig. Dat is nog vele stappen verder. Leven is meer dan DNA. Het DNA is alleen maar de informatie. Als ik een kookboek opensla, springt er ook geen gerecht uit.”

Wat voegt Crispr-Cas toe, gesteld dat het zou mogen?

“Je kunt er goed genen mee aan en uitzetten. Dat is bijvoorbeeld interessant in verband met een nieuwe visie op resistentie en vatbaarheid die nu ontstaat. Tot nu toe is altijd gezocht naar resistentie als afweer. Als een plant een pathogeen die haar aanvalt herkent, komt ze met een afweerreactie. Zo niet, dan wordt ze ziek. Resistentieveredeling focust op die herkenning door de plant van de pathogeen. Een nieuwe denkrichting is andersom: inspelen op de herkenning van de plant door de pathogeen. Zorg ervoor dat die ziekmaker de plant niet meer geschikt vindt. Dan is de plant niet meer vatbaar. Crispr-Cas is hier heel geschikt voor, want meestal gaat het om het uitschakelen van een gen. Door een kleine genetische verandering produceert de plantencel een net iets ander eiwit waardoor de ziekteverwekker er niet meer op af komt. Je haalt dan de deur weg waarlangs de pathogeen de plant binnenkomt.”

‘Zorg dat de ziekmaker de plant niet meer geschikt vindt, dan is de plant niet meer vatbaar’

Welke zaken zijn geschikt om hiermee aan te pakken?

“Alles. Alles! Er is zoveel kennis beschikbaar. Voor ieder gewas is er wel wat. En denk niet alleen aan pathogenen, er is veel meer. Denk aan bloemkleur in de sierteelt, of aan smaak bij groente en fruit. Of aan allergenen. Glutenvrij graan, allergeenvrije appels en pinda’s. Daar wordt al aan gewerkt. Dat soort dingen is uitstekend te doen met Crispr-Cas. Dat is een scherpschutter. Eén kogel kan het doen.”

‘Welke zaken kun je met Crispr-Cas aanpakken? Alles. Alles! Denk aan smaak bij groente en fruit, aan allergeenvrije appels’

Het lijkt wel of alles kan.

“Ja! We hebben nu zo’n mooie techniek in huis. The sky is the limit. Bedenk maar iets geks! De veredeling gaat nu zo traag. Het zou zoveel sneller kunnen. Maar het mag niet! Om die reden is er nog heel weinig onderzoek naar toepassingen in de landbouw. De regelgeving voor gentech moet echt anders. Denk bijvoorbeeld aan appels. Stel je maakt met GMO-techniek een mooie ziektevrije onderstam, waar je prachtige dingen op kunt doen. Maar die mag je niet gebruiken want de appels gelden dan niet als GMO-vrij! Wonderlijk.”

Ander discussiepunt: wel of geen soortvreemde genen inbrengen?

“Ik vind dat ‘soort’ een begrip is dat de mens verzonnen heeft. Ik zie het wat meer fluïde. Bacteriegenen in planten inbrengen vind ik geen probleem. Humane genen in planten ook niet. Zo kun je planten insuline laten maken. Prima! Maar moet ik nou een plant maken waar een oor aan groeit? Dat gaat mij te ver.”

Wat zegt u van het bezwaar dat zulke hightechmethoden concentratie in de veredelingssector veroorzaken, omdat kleintjes niet mee kunnen? En dat de boer en tuinder dus meer afhankelijk worden van grote bedrijven?

“Maak het niet zo moeilijk! Het kost nu enorm veel geld om een GMO-gewas op de markt te brengen, door de regelgeving. Als dat verandert, wordt het meer toegepast en wordt het goedkoper. Voor Crispr-Cas heb je niet veel nodig. Als het vrijgegeven wordt, kun je bij wijze van spreken aan de keukentafel een nieuwe variant maken. Het zal niet lang duren en dan ontstaan er bedrijven die het aanbieden. Daar kun je dan aankloppen: ik wil deze dahlia wit hebben. En die maken ze dan. Daarmee is het heel laagdrempelig en kun je dus juist een heel grote variatie in producten krijgen. Dat past ook weer heel goed bij het concept van local-for-local, waarover je de laatste tijd veel hoort.

‘Crispr-Cas is heel laagdrempelig en en je kunt dus een heel grote variatie in producten krijgen’

Het gaat allemaal heel snel. Wat nu nog duur is, kan straks bereikbaar zijn voor grote groepen. Het menselijke genoom is ooit voor $ 3 miljard in kaart gebracht. Nu heb je voor $ 1.000 je eigen DNA-code op een USB-stick.”

Share this

Afbeelding
Johan Oppewal

chef redactie ondernemen

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin