De meeste telers deugen

De NVWA is een handige tool aan het bouwen voor telers. Die kunnen daarmee een zelfinspectie uitvoeren voor als ze met gewasbeschermingsmiddelen gaan werken.

Bij termen als zelfinspectie en zelfkeur ligt de kritische kanttekening voor de hand: de slager keurt zijn eigen vlees. Mensen die dat roepen doen dat meestal met een air van cynische wereldwijsheid. “Leer ons de slagers kennen. Die keuren hun eigen vlees natuurlijk altijd goed, ook als het foute boel danwel taaie rommel is.”

Gewasbeschermen alsof inspecteur meekijkt

Maar elke slager, die rommel levert waar hij met zijn klant topklasse had afgesproken, die houdt het op de markt niet lang vol. In het geval van zelf alvast kunnen testen of hoe jij je gewasbescherming uitvoert wel overeind zou blijven als er een NVWA-inspecteur over je schouder zou meekijken, werkt het net iets anders. Het is niet zo dat die zelfinspectie in de plaats zou komen van echte inspecties. Zo’n tool van de NVWA gebruiken doe je volledig voor je eigen gemoedsrust. Zodat je weet dat je werkt volgens de meest actuele stand van de regelgeving.

Middel tegen onbewust fouten maken

Zo’n zelfinspectietool is een goed middel tegen het onbewust maken van fouten. Ook daar wordt wel eens op cynische toon over geschamperd. Telers die bij een inspectie de spuitapparatuur niet goed blijken te hebben afgesteld, of een middel een dag te laat gebruiken of op een plek waar het niet mag, ’die weten dat meestal donders goed’.

Als íémand ‘de teler kent’…

Dat de NVWA het niet zonde van de tijd vindt om toch zo’n tool te ontwikkelen, dat zou de cynici echter toch al wat milder moeten stemmen. Als ze ergens kijk zouden moeten hebben op het verschil tussen bewust en onbewust de fout ingaan, dan is het daar. Als ze ergens weten hoe ingewikkeld het is om altijd en overal en bij elke windsnelheid binnen de grenzen van de wet te blijven, dan is het daar.

Het is misschien nog niet zo dat de gewasbeschermingsinspecteurs in Den Haag op kantoor een tegeltje hebben hangen met daarop ‘De meeste telers deugen’. Maar kennelijk gaan ze er wel vanuit dat er genoeg telers zijn die er tijd en moeite voor over hebben om én alle regels te eerbiedigen én effectief hun gewas gezond te houden. Het bewijs kunnen de telers en de inspecteurs de kokende jaren alleen zelf leveren, met mooiere nalevingspercentages.