“De vrouwelijke bloemen bloeien al”, meldt John van Opstal in Prinsenbeek enthousiast op 22 mei. “Alleen de mannelijke bloemen zitten nog in de knop. Die zijn altijd een beetje later. Volgende week verwacht ik de eerste zetting en dan zijn we over een week of twee aan het snijden.”
Voor een goede bestuiving heeft Van Opstal bijenkasten van een naburige imker. “We zouden ook nog met een kwastje door het gewas kunnen gaan voor extra bestuiving, maar in mijn ogen loont dat de moeite niet. Bovendien moet je dat stuifmeel dan ook nog maar zien te vinden.” Het nadeel dat er dan wat meer slecht gezette vruchten zijn, neemt hij op de koop toe. “Dan gooi je er van iedere plant maar een paar vruchten weg.” Het begin van een seizoen begin juni, dat heeft hij nog niet vaak meegemaakt. “We zijn wel eens eind mei begonnen, maar dat was een hele grote uitzondering.”
Doek laten liggen
In week 21 verwijderde Van Opstal het vliesdoek. In de week daarvoor vroor het aan de grond in Prinsenbeek meerdere dagen. “Onze frisee konden we ’s morgens niet oogsten, omdat die nog bevroren was. We hadden al wel overwogen het doek te verwijderen, want er begon onkruid te groeien, maar het is goed dat we dat niet gedaan hebben.”
Toen het doek eenmaal verwijderd was, werd het onkruid dat in de paden stond gefreesd. “Het kan ook chemisch met een kapje, maar elk middel heeft zijn nadeel. Als je het met de frees goed uitvoert, dan ben je van al het onkruid af.” Het onkruid in de plantgaten wordt handmatig verwijderd. Tijdens die werkgang worden tevens onvoldoende gezette vruchten van de planten gehaald.
Ondergrondse beregening is goud
Van Opstal beregende na het planten om ze aan de groei te krijgen, maar was wel blij dat het vorige week 55 millimeter regende. “We kunnen beregenen via ondergrondse beregening, maar dit kwam als geroepen. Ik zou die ondergrondse beregening voor geen goud meer willen missen. Het is een investering, maar daar heb je wel jaren plezier van. Ik moet er niet aan denken nog met buizen te moeten sjouwen.”