‘De lichtverhogingen komen er snel’

“Het gewas ziet er nu erg sterk uit dus we kunnen flinke etmalen draaien”, zei Hans Aerts half april.

Hij teelt in Velden vleestomaten van het ras Rebelski ( geënt-getopt op Maxifort) met plantdatum 4 januari. “Vorig jaar hadden we dezelfde plantdatum en begonnen we op 16 maart te plukken. Nu was dat pas op 27 maart.” De eerste tros was goed gezet maar kwam er traag af zodat de tweede tros er snel op volgde. De eerste twee trossen zijn vrijwel leeg, maar de derde is wat vertraagd door het donkere weer. Bij heel wat planten zaten er ook vijf bladeren tussen de tweede en derde tros. “We moeten drie tot vier dagen wachten voor we van de derde tros kunnen oogsten.” Eind week 14 was de plantbelasting 63 vruchten per vierkante meter (27 vruchten per plant). De tiende tros was toen bijna volledig gezet. “We lopen daarmee een tros achter op vorig jaar. Het zal moeilijk zijn dat helemaal in te halen. Wel is het gemiddeld vruchtgewicht nu een stuk hoger: nu 280 gram tegen 240 gram vorig jaar.”

Minder verdamping dan verwacht

Aerts realiseert etmaaltemperaturen van 19,5 tot 20 graden met overdag (vanaf 9 uur) een basiswaarde van 22,5 graden plus een verhoging van 1,5 graad op lichtintensiteit en 1 graad op lichtsom. De voornacht van 14,5 graden loopt van 18 tot 2 uur. De nachttemperatuur staat ingesteld op 17,5 graden plus 1 graad op lichtsom (500-800 J). “Die lichtverhogingen komen er snel bij want het gewas staat erg sterk.” Tot hbegin april heeft hij steeds het scherm dicht gedaan nadat de voornachttemperatuur bereikt was. “Maar als de buitentemperatuur ’s nachts boven 7 graden komt, blijft hij open.”

De watergift was lange tijd lager dan hij gewend was. “Ik gaf maar 2,3 tot 2,4 milliliter per Joule instraling. Op de een of andere manier lijkt de plant minder te verdampen met dat koude weer.”  Nu de ramen aan de windkant voor het eerst dit jaar opengaan zal de verdamping toenemen, verwacht hij. Hij druppelt nog steeds met een ec van 3,0 en een pH van 5,1. Aan de dagvoorraad van 2000 liter voegt hij een liter Optifos toe, een fosfaat (zoals Super FK) dat het druppelsysteem schoon houdt.

Blaadje uit de kop

Tot de derde tros is het blad nu van de plant gesneden. “De oude bladeren waren helemaal op. Ze hebben veel geleden onder het gebrek aan licht.” Er blijven nog 13 tot 14 bladeren over. Nog steeds haalt hij iedere week ook een blaadje uit de kop om het gewas open te houden. De planten staan vanaf de start op een afstand van 53 centimeter en dat blijft zo. “Dat is 2 centimeter dichter dan vorig jaar waardoor we wat minder bladstrekking hebben: 51 centimeter tegen 55 vorig jaar om deze tijd.”

Ziekten en plagen zijn er nauwelijks. “We hebben maar een paar planten met wat Botrytis ontdekt en we zien maar een enkel bladrandje.” Wittevlieg, mineervlieg en rupsen zijn nog helemaal niet gevonden. Sluipwespen gaan er pas in als de eerste wittevlieg zich heeft gemeld. De Macrolophus heeft Aerts  vanaf februari in drie keer uitgezet in 8 van de 82 rijen, op 6 plaatsen per rij van 115 meter lang. “We blijven ze de hele maand april nog bijvoeren met Artemiacysten. Bij het volgende rondje bladsnijden slaan we de rijen met Macrolophus over om de populatie-opbouw niet te verstoren. Maar het gaat wel goed, want je ziet in die rijen al veel jonge Macrolophus-nimfen.”