De boer wil wel, maar …

Ten opzichte van vorig jaar is de Nederlandse boer en loonwerker iets positiever gestemd dan in 2016 en hij wil investeren. Dat blijkt uit de analyse die de Duitse landbouworganisatie DLG maakte, voorafgaand aan de grootste mechanisatieshow op deze planeet: de Agritechnica.

Meteen nadat de DLG deze optimistische presentatie afsloot, volgde de Duitse machine-industrie – de VDMA – met een evenzo positieve presentatie met daarin de boodschap dat óók de Duitse trekker- machinefabrikanten positief gestemd zijn. Zij verwachten dat de Duitse omzet in 2017 met zo’n 4% zal groeien tot een slordige € 7,5 miljard.

Maar dat DLG-positivisme behelst slechts een klein deel van de waarheid. Ze deed weliswaar onderzoek in zes landen (Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Polen, Rusland en Nederland) onder alle sectoren, maar pikte er voor de presentatie enkel de akkerbouwers uit, en dan met name de graanteelt. En die blijkt inderdaad positief. De Nederlanders gaan zelfs aan kop wat betreft de positieve stemming. Maar laat graan nou niet de grootste en belangrijkste bron van inkomsten zijn in de Nederlandse landbouw. Naast melk zijn dat namelijk de (poot)aardappelen, uien, bieten en bloembollen. En van die laatste zijn de marktprijzen niet bijster hoog. En dan druk ik me nog zachtjes uit.

‘Cijfers DLG met korrel zout nemen’

En dan die melkveehouder. Die wil ook wel. En die is ook wel positief. Maar ja, die fosfaatrechten. Dat blijft onzeker. En zolang de onzekerheid heerst, wordt er maar mondjesmaat geïnvesteerd.

Al met al moeten we de cijfers van de oerdegelijke Duitse DLG met een flinke korrel zout nemen. En dat zijn we niet gewend van de Duitsers. Het lijkt er toch een beetje op dat ze preken voor eigen parochie, om mensen naar de Agritechnica te halen.

‘Bezoek Agritechnica loont’

Wat dat laatste betreft, kan ik alleen maar stellen dat een bezoek altijd loont. Misschien niet nu, maar wellicht later. Op de Agritechnica staat echt alles. Inmiddels staan er ook al ruim 100 Nederlandse standhouders en op vrijwel elke grote stand zijn de Nederlandse vertegenwoordigers aanwezig. Als je beseft dat de Agritechnica de grootste en meest vooraanstaande show ter wereld is en slechts op 2,5 uur rijden van Enschede, dan blijft een bezoek zeker het overwegen waard. En los van dat, het is ook een leuk dagje uit.