Matijs Beers in Marknesse in de provincie Flevoland teelt 40 hectare bloemkool. Half maart is hij begonnen met planten op zandgrond, aan de rand van de polder. Beers plant per week op een ochtend 2 hectare, geheel volgens schema.
Vanaf eind april plant Beers op eigen grond en dat is zware zavel met 20% afslibbare delen. Beers op 9 mei: “De omstandigheden zijn momenteel niet ideaal, maar de planten moeten er toch in. De hele sector loopt door het weer wat achter op schema.” Beers maakt gebruik van een volautomatische Ferrari-plantmachine en de trayplanten zijn opgekweekt bij Plantenkwekerij Gitzels. “We planten bloemkool op 75 centimeter rijafstand. De machine is om te bouwen en dan is hij ook geschikt om witte kool en spitskool op 50 centimeter te planten. Daarvan telen we 20 hectare.”
We rouleren met boeren die aardappelen, mais en tulpen telen
Planten in loonwerk
Om het rendement van de plantmachine verder te vergroten, plant Beers ook in loonwerk kool bij collega’s. Zelf plant hij jaarlijks bloemkool vanaf half maart tot 1 augustus. De oogstperiode loop van half juni tot half november. Vanwege het gecombineerde teeltplan – perenteelt is ook een hoofdteelt – focust Beers niet op hele vroege of hele late bloemkool. “Dat gaat ook niet. In de Flevopolder is het toch altijd kouder dan in Noord-Holland of Zeeland.”
Grasland en schapen
Bloemkool komt eens in de 3 jaar terug op hetzelfde perceel. “We rouleren met boeren die aardappelen, mais en tulpen telen. Zij zorgen ook voor koeienmest en gebruiken niet al te zware machines.” Na een teelt bloemkool volgt grasland waarop schapen gehouden worden. “Ze houden het gras kort, waardoor ik dat in het voorjaar niet dood hoef te spuiten. In februari ploeg ik het gras op zo’n 25 centimeter diepte om.” Andere groenbemesters gebruikt hij niet. “Ik ben toch een beetje bang voor Xanthomonas, waarvan gele mosterd en bladrammenas ook waardplanten zijn.”
Kunstmest strooien
Dierlijke mest uitrijden voor de bloemkool doet Beers ook niet. “Dan komt de voeding in een koud voorjaar te laat vrij. Ik geef standaard hoeveelheden kunstmest vóór de teelt en als bijmesting vier tot vijf weken na planten. We weten wel wat bloemkool onttrekt, en omdat ik er dagelijks doorheen loop, zie ik ook aan het gewas wat nodig is.”
Auteur: Marga van der Meer