Dat de prijsvorming van vollegrondsaardbeien soms achterloopt bij die van teelten met een bedekking, komt niet zo zeer door verschillen in kwaliteit. Het probleem zit vooral in de achterblijvende doorloopsnelheid in het handelskanaal, mogelijk uit speculatieve overwegingen. Dat is mede te tackelen met de vermelding van de uiterste verkoopdatum op de verpakking, menen telers.
De suggestie kwam onlangs op een bijeenkomst in Etten-Leur ter tafel naar aanleiding van de vraag ‘raakt de wisselende kwaliteit van onbedekt geteelde aardbeien de totale markt´? De discussie werd aangezwengeld door Boudewijn van der Wal, hoofd marketing & sales van veiling Zaltbommel, naar aanleiding van een prijsvergelijking voor onbedekt en bedekt geteelde aardbeien (onder kappen) in de regenrijke maand juli 2012. Beide soorten werden aanvankelijk duurder, maar door kwaliteitsverschillen ging dat voor de bedekte aardbeien sneller dan voor de onbedekte. Vervolgens sloeg de prijsvorming voor bedekt geteelde aardbeien om in een prijsdaling, waarschijnlijk als een reactie op geschaad vertrouwen in de kwaliteit van het vollegrondsaandeel. “Wat doe je in zo’n situatie met onbedekte aardbeien?”, legde Van der Wal voor.
“De handel gebruikt dat soort ontwikkelingen juist om te speculeren”, werd vanuit de zaal gereageerd. “Aardbeien die dat kwalitatief niet kunnen hebben, worden toch vastgehouden. Maar het risico blijft bij de teler liggen. Een uiterste verkoopdatum werkt dan als stok achter de deur.” De vraag is dan wie opdraait voor de kosten voor de aardbeien die na die datum nog onverkocht zijn.
Het ging de telers te ver om vollegrondsaardbeien vooral te bestempelen als risicovol, wijzend op de onovertroffen smaak die deze vruchten kunnen hebben, met een uiterlijke kwaliteit die in de zomer niet onderdoet voor aardbeien van onder bedekking. Van der Wal: “Door daar de nadruk op te leggen, bijvoorbeeld in de sfeer van ‘zongerijpte aardbeien’ creëer je onderscheid, dat is een kans. Maar dan moet je ook afspreken hoe eventueel verlies wordt ingecalculeerd als de prijs onderuit gaat. Dat is een lastige.”
In de kantlijn van de discussie kwam de recent afgesloten cao open teelten ter sprake. De extra werkgeverskosten voor de daarin de overeengekomen uurlonen zijn niet door te berekenen. Dat komt bij het gegeven dat de werkgeverskosten voor arbeid structureel euro’s hoger ligt dan die in de omringende landen. Voor voorzitter van de landelijke aardbeiwerkgroep Mark van Aert was dit aanleiding te wijzen op de imagoschade als collega’s zich inlaten met inleenconstructies met buitenlands personeel. “De smet die daaraan kleeft, kan afstralen op de hele sector, met alle gevolgen vandien. Het lijkt me goede als telersverenigingen dit binnen hun geledingen bespreken.”