Oud-telers van FresQ hoeven niet te vrezen voor een vordering van de curator. Hij richt zijn pijlen op één oud-lid: Kaaij Brothers.
In het faillissementsverslag van vrijdag 4 september zit een goede boodschap voor veel oud-telers van FresQ. Curator Henry Bentfort van Valkenburg heeft (in overleg met de Staat als grootste crediteur in dit faillissement) besloten de vorderingen op telers te laten rusten. Het gaat om miljoenen uitgekeerde GMO-subsidies die bij telers zijn beland, maar werden teruggevorderd na overtredingen van de voorwaarden (erkenningscriteria). De claim van de Staat op FresQ bedraagt € 52,6 miljoen.
Nalatig
De curator oordeelt dat de telers geen schuld hebben aan de overtredingen van de subsidievoorwaarden. FresQ was daarin grof nalatig, maar toch treft, volgens de curator, FresQ geen blaam voor het verwijt dat ze de overtredingen niet heeft weten voorkomen.
Voor Kaaij Brothers heeft de curator wel een bittere boodschap. Hij is van oordeel dat het faillissement van FresQ de verantwoordelijkheid is van het handelen van oud-lid Kaaij Brothers. “Ik vind dat Kaaij Brothers verantwoordelijk is voor de schade bij FresQ. Kaaij vindt dat het niet aansprakelijk is. Dat begrijp ik. Als je als partijen geschillen hebt, kijk je of je er uit kunt komen. Daar zou je ook een procedure over kunnen voeren”, stelt Bentfort van Valkenburg. Dan wordt de rechter dus gevraagd om een mening.
Weersproken
Kaaij had een rol in de afgekeurde GMO-constructie van FresQ vanaf 2009. Als verkoopdochter van FresQ maakte ze afspraken met andere telers en was zo te dicht betrokken bij prijsvorming. Kaaij overtrad daarmee de erkenningscriteria volgens destijds het Productschap Tuinbouw, de Europese Commissie en verschillende rechters. Die overtreding is altijd weersproken door FresQ en Kaaij Brothers. De curator is ook in overleg met Kaaij over een distributiecentrum op het adres van RedStar. Dat zou aan de boedel toebehoren.
Vertrouwen in uitkomst
Henri Lambriex, algemeen directeur Kaaij Brothers, bevestigt de aansprakelijkheidsstelling. “We overleggen met onze advocaten over deze aansprakelijkheidstelling. Het betreft de terugvordering van GMO-subsidies. Er valt nog wel het een en ander af te dingen op de onderbouwing van de vordering. Vorig jaar hebben we in een soortgelijke zaak met MEI-subsidies na vele jaren ook ons gelijk gekregen bij de rechtbank. We zien de afwikkeling dan ook met vertrouwen tegemoet. Dit is een erfenis uit het verleden die we graag achter ons laten. Onze afnemers en leveranciers weten dat we een transparante en betrouwbare partner zijn. We willen liever onze energie steken in innovatie en uitbreiding om de groei bij te benen.”