De curator van techniekbedrijf Arend-Sosef International kan oude facturen alsnog innen voor leveringen aan buitenlandse glasprojecten.
Dat blijkt uit de uitspraak van de Rechtbank Den Haag. De curator diende de zaak in om onbetaalde facturen voor projecten in Australië, Turkije, Japan, Rusland en Griekenland. De bouwprojecten vonden plaats in 2013 en 2014. Het totaalbedrag aan onbetaalde facturen bedraagt € 1,18 miljoen.
Het aannemingsbedrijf stelt dat van de technische installaties op de facturen een flink aantal niet is geleverd. Verrekening vond volgens het bedrijf plaats met schade die het bedrijf liep door het wegvallen van de leverancier. Zo bleven vervolgcontracten uit en moest de aannemer zelf materialen bestellen en installeren.
Deel vorderingen toegewezen
De rechtbank oordeelt dat een deel van de vorderingen niet op te leggen is aan de aannemer. Voor een ander deel van de vorderingen moet de aannemer wél de factuur voldoen, stelt de rechter. Hij wijst vorderingen toe ter waarde van € 307.571,19. De rechter bestudeerde paklijsten om vast te stellen dat leveringen echt zijn gedaan. Bij de vordering komen wel rentekosten.
Voor de afwikkeling van het faillissement van Arend-Sosef International was dit de laatste vordering voor de curator. De omzet van Arend-Sosef bedroeg in 2012 ruim € 87,4 miljoen, met een verlies van ruim € 1,1 miljoen (€ 1,5 miljoen verlies in 2011). Van andere bedrijven uit de gelijknamige holding is het faillissement al afgewikkeld.