Doorgaan naar artikel

Ctgb: 64 van 165 middelen ongewijzigd toegelaten in 2023

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft vorig jaar 64 van de 165 middelen toegelaten. Ctgb heeft 91 middelen deels afgewezen of beperkt toegelaten en 10 werden er afgewezen.

Dat zei Ctgb-collegevoorzitter Rob van Lint donderdag tijdens de landbouwcommissie in de Tweede Kamer. Zo is het aantal toegelaten middelen vorig jaar gestegen tot bijna 1.100, terwijl het aantal toegelaten werkzame stoffen voor het zesde opeenvolgende jaar afnam naar 265.

In de commissie benadrukte Ctgb dat het aantal toegelaten gewasbeschermingsmiddelen regelmatig beperkt of aangescherpt wordt. Dan gaat het bijvoorbeeld om driftreductie. Ook kaartte Van Lint de transparantie van het Ctgb aan. “Een toegelaten middel wordt via de toelatingenbank kenbaar gemaakt, als een middel afgekeurd wordt doen we hetzelfde.” Van Lint benadrukte dat een gewasbeschermingsmiddel alleen gebruikt wordt als het ‘voldoende veilig’ is. “We kijken alleen naar de gevolgen voor mens, dier en milieu. Er wordt niet naar economische activiteit gekeken.” Van Lint zegt dat Ctgb in Nederland, in vergelijking met anderen landen, extra scherp naar water kijkt

GroenLinks-PvdA kritisch

GroenLinks-PvdA-kamerlid Laura Bromet wilde in de commissie weten wat de beperkingen en blinde vlekken van Ctgb zijn. “We willen graag een robuuste organisatie zien, maar er is discussie over Ctgb. Ik ben ook benieuwd welke onderzoeken niet gedaan worden.” Van Lint noemde een drietal. Hij noemde de cumulatie van effecten waarover nog lang niet alles bekend is. Ook noemde hij de ziekte van Parkinson en het mogelijke verband met gewasbeschermingsmiddelen. “Daar moet snel onderzoek naar komen. Wij voelen het als gemis om daar niet op te kunnen toetsen.” Als derde punt noemde Van Lint de afwijking tussen de toelatingsnorm en de Kaderrichtlijn Water. “Daaraan wordt gewerkt en wij vragen om regelgeving. Die regelgeving is er nog niet, dat is een politiek besluit.”

We staan voor onze onafhankelijkheid

De Tweede Kamerleden stelden ook vragen over de financiering rond de toelating van middelen. Voor bedrijven is zo’n toelating immers een kostbare en langdurige procedure. Zo betalen bedrijven de laboratoria voor onderzoeken en Ctgb voor de risicobeoordeling. Sommige Kamerleden hadden hun twijfels over de onafhankelijkheid van Ctgb als de ‘industrie betaalt’. Van Lint was echter helder: “We staan voor onze onafhankelijkheid.” Hij trok daarbij een vergelijking met het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. “Je kunt wel betalen voor rijles en een examen, maar daarmee is er nog geen garantie dat je het rijbewijs ook krijgt.”

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin