In een miniserie neemt Groenten & Fruit de grondmarkt onder de loep met als aftrap de situatie in het zuiden. Er zit veel druk op de grondmarkt en courante grond is duur en zo verkocht of verhuurd. Telers die willen groeien, zoeken het daarom vaker verder van huis. Hoe beter het perceel past, hoe langer de afstand.
Al jaren wordt geroepen dat de grondprijzen het maximum hebben bereikt, maar niets is minder waar. Jaar op jaar worden records gebroken en goede grond voor boven de ton per hectare is geen uitzondering.
Van de drie zuidelijke provincies was grond in Noord-Brabant net wat minder duur dan in Limburg en Zeeland, blijkt uit recente verkoopcijfers van het Kadaster. Daarbij wel de kanttekening dat verschillen tussen percelen groter zijn dan tussen gebieden: grote, courante percelen gaan overal goed weg voor topprijzen.
Lees verder onder de grafiek
De grondprijzen liggen in het zuiden hoger dan in de rest van Nederland. Er zijn ook verschillen tussen regio’s. Verder geldt dat verschillen tussen percelen groter zijn dan tussen gebieden: grote, courante percelen gaan overal weg voor topprijzen.
Typerend voor de zuidelijke provincies is dat alle sectoren actief zijn op de markt. Wel zijn er regionale verschillen. Qua groenteteelt zitten de meeste telers in het oosten van Brabant en noorden en midden van Limburg. Daarnaast zijn er enkele specifieke concentratiegebieden, zoals boomteelt rondom Zundert en Haaren, vollegrondsgroenten in West-Brabant en fruitteelt in Zuid-Limburg.
Concurrentiestrijd met akkerbouw
Theo van Gelder, lid van de vakgroep Agrarisch & Landelijk van makelaarsvereniging NVM, ziet overal, maar zeker in gebieden met tuinbouw in Brabant en Limburg, een structureel gebrek aan grond. “De druk is groot en neemt alleen maar toe. Er is weinig aanbod en telers kijken steeds vaker naar percelen verder van het bedrijf af.”
Dat zijn grote courante percelen op behapbare afstand tot het bedrijf. Bedrijven of teelten verplaatsen naar de andere kant van het land, zoals dat met de bollen is gebeurd, ziet hij niet veel. “Het kan natuurlijk wel, bedrijven hoeven niet meer dichtbij de veiling te zitten en voor grote bedrijven is afstand minder belangrijk.”
Voor de tuinbouw ziet hij een concurrentiestrijd met de akkerbouw. “Die sector heeft goede marges gemaakt en een sterke positie in de markt.” Geschikte tuinbouwgrond is niet per se duurder dan landbouwgrond. Wel ziet Van Gelder dat tuinders vaak tevreden zijn met iets kleinere percelen dan akkerbouwers, maar dat hangt natuurlijk sterk van de situatie en de teelt af. Hij benadrukt dat akkerbouwer en tuinder elkaar ook kunnen versterken door samen te werken en gronden te ruilen. “Dat gebeurt steeds meer en teelttechnisch heeft het voordelen.
Vraag naar courante percelen
In het zuiden is een blijvend goede vraag naar courante percelen die geschikt zijn voor akker- en tuinbouw, merken geraadpleegde makelaars. Daarbij zijn groentetelers ook duidelijk een vragende partij. “In een aantal sectoren is serieus geld verdiend en die zijn volop op zoek”, aldus makelaar Bart Pijs van Aelmans over de situatie in Limburg.
Hij ziet daarbij dat ook telers uit Brabant de provinciegrens oversteken, zeker als er courante grote percelen te koop staan. Een enkele keer wordt een voormalig melkveebedrijf herbestemd voor tuinbouw. Niet te onderschatten zijn volgens hem de investeringen in met name beregening, drainage en/of egaliseren, waar kopers rekening mee moeten houden om de grond geschikt te maken voor teelten in het hogere segment.
De laatste transacties liggen boven de € 11 per vierkante meter
Volgens Pijs zijn zandgronden het meest in trek, rondom de Maas liggen zwaardere gronden die voor specifieke nichemarkten zeer in trek zijn. Een zorgpunt is de situatie rondom de Peel waar bufferstroken met beregeningsbeperking zijn aangewezen.
Ook in Noord-Brabant zijn groentetelers volop actief op de grondmarkt, merkt Frank Hendrikx, makelaar bij Van den Heuvel. Aan de Brabantse kant van de Peel ziet Hendrix ook de negatieve impact vanwege beperkingen. Verder wordt lokaal in gebieden met veel tuinbouw flink betaald. “De laatste transacties liggen boven de € 11 per vierkante meter.” Overigens worden veruit de meeste gronden verkocht via inschrijving, is zijn ervaring. Daar zitten voor de groentelers ook zeker voormalige graslandpercelen bij van melkveehouders; de jarenlange organische stofopbouw past goed bij duurzame teelten.
Hendrikx ziet ook een categorie grote bedrijven die tientallen percelen huurgronden dichter en verder van huis gebruiken en continu op zoek zijn naar nieuwe grond. Huurprijzen van € 1.500 tot € 2.500 per hectare per jaar zijn geen uitzondering.
Behoefte aan huurgrond
Vanuit de bedrijven bekeken is grond bij toekomstgerichte ondernemers een continu discussiepunt, ziet Harrie Pijnenburg, adviseur groenteteelt bij Delphy. Het gaat dan om aspecten als beschikbaarheid, afstand en kwaliteit van grond. Hij ziet dat ondernemers veel rekenen, maar ook op grond van emotie investeren. “Grond is enorm duur en betere percelen gaan dik over de € 10 per vierkante meter. Op papier kan het niet uit en toch kopen ze die grond.” Meestal is de grond niet helemaal gefinancierd en worden kosten over de andere hectares uitgesmeerd.
Op papier kan het niet uit en toch kopen ze die grond
Pijnenburg merkt vooral een grote behoefte aan huurgrond. Dat aandeel zal de komende jaren toenemen is zijn verwachting. “Er zit veel grond vast bij melkveehouders die gestopt zijn of gaan stoppen. Vaak behouden ze de grond maar willen die wel verhuren.”
Daarnaast zijn er ook investeerders en beleggers actief die huurgronden aanbieden. De meeste huurgrond is eenjarige huur in plaats van pachtconstructies. Dat betekent ook relatief hoge prijzen uit de vrije markt in plaats van regionormen.
Samenwerking met akkerbouwers en veehouders
Naast koop en pacht/huur ziet ook Delphy-adviseur Pijnenburg steeds meer samenwerking met akkerbouwers of melkveehouders en uitwisseling voor vruchtwisseling met collega-tuinders. Met name akkerbouwers die dezelfde eisen stellen aan grondkwaliteit kunnen een goede match zijn en versterking van beider bedrijven. “Zeker in teelten waar roulatie nodig is.”
Een afweging is altijd hoe ver grond van huis mag liggen. Pijnenburg ziet dat de oppervlakte een cruciale rol speelt. “Hoe groter het perceel, hoe meer afstand telers voor lief nemen.” Courante percelen beginnen vanaf 10 hectare met bij voorkeur voorzieningen voor beregenen en opstallen van machines.
Toch ziet hij wel een gevaar van deze ontwikkeling: extra tijd en transport van mensen en machines heeft gevolgen voor de kostprijs. Zeker als concessies op de kwaliteit van de grond worden gedaan en daarmee niet het maximale rendement wordt gehaald. “Uiteindelijk maakt het ondernemerschap het verschil: degenen die goede grond kopen of huren, maken betere rendementen en kunnen weer investeren.”