Het gemiddelde Nederlandse vollegrondsgroentenbedrijf realiseerde in 2021 een inkomen uit bedrijf van € 79.400. In 2020 bleven de verdiensten nog steken op € 68.300.
Dat blijkt uit de laatste ramingen van Wageningen Economic Research. De inkomens van boeren en tuinders over 2021 werden in december al geraamd, maar cijfers voor de vollegrondsgroente zaten daar nog niet bij. Die eerdere ramingen voor de andere sectoren bleken voor een aantal sectoren te pessimistisch, doordat de ontvangsten uit coronasteunmaatregelen werden onderschat.
Het gemiddelde vollegrondsgroentebedrijf ontving uit de coronapotjes € 40.000. Hierdoor blijft het inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid op een vergelijkbaar of iets hoger niveau, afgezet tegen de jaren sinds 2015. Vóór 2015 kwamen de inkomsten per onbetaalde arbeidsjaareenheid vaak lang niet tot bij de € 50.000.
Vrijwel gelijke productie en prijzen
De financiële opbrengsten per bedrijf stegen in 2021 naar verwachting met ongeveer 10% ten opzichte van 2020. De omzet uit vollegrondsgroenten bleef in 2021 door een gemiddeld vrijwel gelijk productievolume en prijsniveau hetzelfde. De gemiddelde kosten worden voor 2021 8% hoger geraamd, wat met name voor rekening komt van de grote kostenposten betaalde arbeid, materiële activa en kosten die direct verbonden zijn aan de teelt zoals uitgangsmateriaal, meststoffen en gewasbescherming.
Iets meer bedrijven
In totaal telt Nederland 780 gespecialiseerde vollegrondsgroentebedrijven volgens de gegevens van de jaarlijkse Landbouwtelling. Dat zijn er opmerkelijk genoeg 10 meer dan in 2020. Al tientallen jaren neemt het aantal bedrijven jaar op jaar af. In 2001 waren het er nog 1.120. De ontwikkeling van het gemiddelde teeltareaal per bedrijf bleef wel op schema: dat groeide naar 27,1 hectare ten opzichte van 25,6 hectare in 2021 en 15,5 hectare in 2001.