De winkelschappen liggen vol met talrijke producten in alle soorten, smaken, kleuren en variaties. En bovenal: tegen een bespottelijk lage prijs. En toch is het niet goed genoeg meer.
Het voedselsysteem moet op de kop, betoogt staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken. Hij gaf vorige week de aftrap van een voedseldialoog die tot meer transparantie voor de consument, meer evenwicht met de natuur en meer eerlijkheid voor de boer en tuinder moet leiden. Eind dit jaar komt er een kabinetsnotitie.
In hoeverre zijn standpunten nog onderhandelbaar?
Vooropgesteld, het is altijd goed om te praten. Zeker in een debat waarin termen als plofkip en kiloknaller de toon bepalen. De vraag is in hoeverre standpunten nog ‘onderhandelbaar’ zijn. En laten we vooraf ook alstublieft met elkaar afspreken wat duurzaamheid precies inhoudt. Hetzelfde geldt voor een ander containerbegrip als voedselveiligheid. Ieder heeft daar een eigen idee mét invulling over.
Van Dam stelt €10 miljoen beschikbaar voor een schoolproject. Kinderen moeten weer leren waar het voedsel vandaan komt, en dat zij keuzes kunnen maken in smaken, soorten en belevingen. Het is goed om hier te beginnen. Maar eerlijk gezegd is dit niet het eerste initiatief. Ik heb het vaker – misschien te vaak – gehoord.
Maakbare voedselsamenleving
Wat misschien het meeste knelt in dit initiatief, is het idee van een maakbare voedselsamenleving in Nederland. De land- en tuinbouw is een van de pijlers van de Nederlandse economie. Nederland exporteert naar, en importeert uit de hele wereld. Europa, de wereld, dat is het speelveld waarop de tuinders moeten concurreren. Alleen een elitaire discussie in Nederland is te bekrompen.
Gespletenheid burger en consument
Een ander dilemma blijft de gespletenheid van burger en consument. Stembiljet en kassabon, het zijn twee verschillende werelden. De consument kiest voor het winkelschap in 3 seconden; prijs is veruit het belangrijkste criterium. Sorry, het is niet anders. De mens als consument heeft de laatste stem. En dan hebben we het nog niet eens over de wispelturig consument: vandaag hoegenaamd verantwoord, morgen de kroket uit de muur.
Praten is goed, maar leg de lat niet te hoog.