De gemeente Westland is in een rechtszaak verwikkeld met een uit te plaatsen glasbedrijf in haar gemeente. Bij de zaak is ook de Rabobank betrokken als financier van de teler, blijkt uit de rechtsstukken.
Gemeente en de kweker twisten ondermeer over de te hanteren onteigeningswaarde en de vergoeding voor ondermeer inkomens- en vermogenschade. In totaal schatten deskundigen de schadeloosstelling op 4,7 miljoen euro, maar de rechter neemt dat niet geheel over. Uit de stukken blijkt niet hoe groot het bedrijf is.
In de discussie over de te hanteren grondprijzen bij de procedure kiest de rechter de kant van de kweker. Die stelt dat de gemeente uitgaat van vergelijkbare transacties in het Oostland, maar daar liggen de grondprijzen lager dan in het Westland. De rechtbank oordeelt dat daardoor als hogere vervangingswaarde van het aankoopobject moet worden uitgegaan van 2.780.000 euro. De rechter oordeelde dat de kweker niet aanspraak kan maken op een inkomensschade vergoeding. Die zou optreden doordat de kweker op zijn vervangende bedrijf hogere afschrijvingen zou moeten toepassen en daardoor minder winst maakt. Daarvoor is de kweker al vergoed, stelt de rechter.
De rechter weegt in zijn oordeel een reeks kostenposten af. Zo stemt de rechtbank in met de door deskundigen voorgesteld post onvoorzien van 10 procent. De rechter is het eens met deze post omdat aanpassing van een bestaand bedrijf voor deze kweker riskanter is dan nieuwbouw. Voor de achterblijvende WKK-installatie krijgt de teler geen vergoeding. Over de kosten van het verhuizen van de potplanten heeft de rechtbank nog onvoldoende informatie. De rechter houdt de zaak daarmee aan tot meer informatie beschikbaar is.