Een zeer langslepende rechtszaak over een ontbonden verkoop van twee percelen glastuinbouwgrond voor woningbouw krijgt een vervolg.
Sinds 2003 al lopen rechtszaken over een ontbonden grondtransactie in 1997 en de schade die dat voor de verkoper en koper tot gevolg heeft gehad. De reden voor ontbinding ligt in juridisch bedrog. De verkoper was er niet van op de hoogte dat de koper werd geïnstrueerd door een voormalige bemiddelaar die tegen verkoop van de grond aan Ontwikkelingscombinatie Wateringse Veld adviseerde, maar wel aan de betrokken koper. De bemiddelaar was er tevens aandeelhouder van.
Bedrog
Door de Hoge Raad is eerder een uitspraak gedaan dat de ontbinding van de koopovereenkomst terecht was, omdat sprake was van bedrog. De verkoper eiste daarna dat een schadevergoeding werd betaald voor de hoge kosten voor advies.
De Hoge Raad zal zich over die claim van de verkopers buigen en daarmee waarschijnlijk de laatste financiële horde nemen in deze zaak.
6 miljoen gulden
Het gaat om percelen waarvoor in de ontbonden koopovereenkomst een bedrag van 6 miljoen gulden (€ 2,7 miljoen) was opgenomen. Uiteindelijk verkocht de teler de gronden voor meer dan € 3,5 miljoen. Sindsdien lopen rechtszaken waarbij in 2007 de rechter nog in hoger beroep oordeelde dat de eerste (ontbonden) transactie toch rechtsgeldig was en dat er geen sprake was van bedrog. Dat is door de Hoge Raad verworpen.