‘Ik vraag me af of ik dit zo nog wil.’
Theo Rooyakkers in Helden is niet onder de indruk geraakt van het noodweer dat voor vorige week dinsdagavond was voorspeld. “Veel gespin, weinig wol, alleen wat wind”, vat hij samen.
Minimale vraag
Net zo min is hij onder de indruk van de vraag naar zijn product, Chinese kool, want die is minimaal. Hij wijst op de gevolgen van de Ehec-onrust, waardoor Rusland zijn grenzen heeft dichtgegooid, en naar de opstelling van de handel. Het stoort hem duidelijk dat die afnemende partijen alles uit de hoek zoeken om af te haken. “In de winter, als er voldoende vraag is, zijn er nooit problemen, nu eisen ze van je dat je geen 100 procent kwaliteit aflevert, maar 200 procent. Ik heb echt wel redelijk verstand van Chinese kool telen, ik durf te beweren dat ze een product willen hebben dat niet te maken is. Wij zijn nu aan het overwegen of we niet een hoek moeten frezen.”
Mineervlieg
Een probleem is mineervlieg. “Sinds vorige week (week 25), het is een drama. En na de afgelopen twee tropisch hete dagen heb je kans dat ook binnenbruin gaat opspelen. Dat is allemaal niet vrolijk makend, maar wel de realiteit.” Hij heeft net gehoord dat Rusland zijn grenzen weer openzet voor spullen uit Nederland en België. “Mooi, maar voorlopig is het nog te rustig.”
Wel of niet doorgaan
Wel gaat hij gewoon door met het plantschema. “Maar als ik zie wat we in onze sector doen, vraag ik me af wel af, of ik daar in de toekomst nog wel aan mee wil blijven doen. Er hoeft maar iets te gebeuren, en je zit meteen met een probleem, zonder dat je daar enige greep op hebt. We zitten altijd al met zijn allen op dezelfde markt te duwen, en als er dan zo’n calamiteit als Ehec uitbreekt, blijken vaste leverafspraken niets waard. Chinese kool in de winter is altijd ons ding geweest, daar zijn we goed in, met een redelijke verdienste. Het moet niet zo zijn dat we het resultaat van die inspanningen verloren zien gaan in de zomer.”
Bron: Groenten & Fruit – Auteur: Joost Stallen