Een verdere versnippering dreigt door GMO-voorwaarden. Dat stelt Hans van Luijk, directeur van afzetorganisatie Van Nature.
De GMO-voorwaarden stellen dat telers geen regie meer op de afzet mogen voeren. Een fiks aantal telers in Nederland overweegt daardoor om buiten hun coöperatie zelf het product af te zetten, en dat kan uitdraaien op een catastrofe, stelt Van Luijk. “Bij tientallen of zelfs honderden telers die zelf hun product aan de man willen brengen zal de winnaar onherroepelijk de inkopende partij zijn. En dat om de simpele reden dat hun product bijzonder weinig onderscheidend vermogen heeft ten opzichte van de buurman die hetzelfde product wil verkopen, Dit kan niet anders dan uitlopen op een catastrofe.”
De ontwikkeling van telers die zelf de regie over de verkoop willen, wordt gevoed door jaren van belabberde prijsvorming en het algemene gevoel van onvrede over de verdeling van de marges in de keten, stelt Van Luijk. Ook bij Van Nature is de ontevredenheid te zien. De afzetorganisatie kiest daarom steeds meer voor het direct koppelen van telers aan vaste afnemers, maar moet daarbij zelf – naar landelijke GMO-regels – centraal de regie blijven voeren op de afzet.
Van Luijk doet een beroep op de overheid. “Ook onze eigen overheid verkondigt al jaren dat telers meer moeten bundelen en gezamenlijk kracht moeten ontwikkelen in een steeds meer mondiale afzetmarkt. Daarom is het juist uitermate merkwaardig dat dezelfde overheid de toepassing van de GMO regels op dit moment op zodanige wijze uitlegt en (vaak achteraf) aanpast dat verschillende telersverenigingen en telers twijfelen of doorgaan met GMO nog wel zin heeft.”