Veel telers houden hun bv-structuur tegen het licht. Het Belastingplan 2022 dat op 21 december door de Eerste Kamer bekrachtigd is, biedt kans op flink fiscaal voordeel.
Accountantskantoren hebben het druk met de veranderingen die ondernemers in hun bv-structuur willen. Door veranderingen in de tarieven van de vennootschapsbelasting wordt het nog een stuk aantrekkelijker om winst zoveel mogelijk in schijf 1 te laten vallen. Het belastingpercentage over de eerste € 245.000 winst van een bv was tot 2019 nog 20%. Dat gaat omlaag naar 15%. Tegelijk gaat de premie over het meerdere in de tweede schijf omhoog van 25 naar 25,8%. Daarnaast wordt de grens tussen de 2 schijven omhoog gebracht naar € 395.000.
Voordeel in eerste schijf veel groter
“Dat betekent dat waar voorheen het belastingvoordeel niet hoger was dan € 10.000, nu ruim € 42.000 kan worden bespaard”, zegt fiscaal adviseur Piet Hein Haasken van Flynth Adviseurs en Accountants. Hij merkt dat het dit jaar weer wat drukker is dan het normaal aan het einde van het jaar al is.
“Veel bedrijven zijn al opgedeeld in een management-bv en een werk-bv. Voor het gemak en voor onderlinge verrekening vormden die bv’s vaak een fiscale eenheid. Dan hoef je maar één aangifte in te dienen. Het extra werk voor twee aangiftes is nu door dat extra fiscale voordeel meer de moeite waard. Voor tuinbouwbedrijven is het wel goed opletten dat de landbouwvrijstelling niet in het geding komt.
Verliezen niet meer te verrekenen
Een nadeel overigens van het verbreken van die fiscale eenheid is wel dat eventuele verliezen ook niet meer onderling verrekend kunnen worden. Haasken benadrukt dat tuinbouwbedrijven, die alleen voor het ontlopen van winst afrekenen in de duurdere tweede schijf hun bedrijf in meerdere bv’s willen opknippen, wel een zakelijke logica zullen moeten kunnen aanvoeren. “Anders prikt de Belastingdienst er zo doorheen.”
Laatste horde Belastingplan in Senaat
De Eerste Kamer stemde op 21 december over het plan. Een motie van GroenLinks-senator Kees Vendrik om de verlenging van de vennootschapsbelasting ongedaan te maken, haalde het niet. Dat zou volgens Haasken ook eigenlijk hebben moeten betekenen dat de verhoging van het tarief voor de inkomstenbelasting van tafel zou zijn gegaan. “Voor ondernemers zijn dat communicerende vaten.”