Als tuinbouwondernemer kan je de werkweek vullen met bijeenkomsten, publicaties en discussies over het onderwerp ‘waardeketen’.
Dat er nogal eens een weeffout zit in de verdeling van marge in die keten, kan niemand zijn ontgaan. Dat alles en iedereen over elkaar heen duikelt om de oplossing voor de ontrafeling van die ‘knoop’ aan te kondigen, behoeft ook geen betoog. Sterker nog, wellicht behoeft dat zelfs eerder een kleine verontschuldiging, want te veel goed bedoelde adviezen en visies kunnen ook tot desoriëntatie leiden. We zullen dus op de nuances moeten blijven letten en voorkomen dat we straks niet allemaal alles blind inzetten op één waarheid. We hebben niets aan containerbegrippen en al helemaal niet aan nieuwe dogma’s.
Nieuwe dogma’s? Ja, zoals ‘iedere kweker moet aan marketing doen’ of ‘gesloten ketens zijn nodig voor een betere prijs’ of ‘handelaren en exporteurs worden service providers’. Deze in beginsel verdedigbare standpunten, lijken namelijk vooruitstrevend, maar worden vaak zo ontegenzeggelijk neergezet dat het bijna weer conservatief en star wordt. Het gevaar voor een nieuw dogma ligt dan op de loer, terwijl we ons juist van oude dogma’s zoals ‘denken in kostprijs’ aan het losweken zijn. Dit is zeker geen oproep om het onderwerp ‘keteninnovatie’ dan maar te mijden. Integendeel, het is in veel gevallen de sleutel naar succes of in ieder geval een route naar ‘herstel’. We moeten alleen niet de illusie hebben dat we daarmee de keten voor iedereen in optima forma herinrichten. Niet iedere ondernemer past in hetzelfde format en in een gedwongen keurslijf kan je niet ondernemen. De sector beschikt over verschillende vaardigheden die juist in combinatie met elkaar een sterkere positie mogelijk maken; merkenbouwers en teeltspecialisten, strategische denkers en operationele doeners, ‘zorgdragers’ en ‘vormers’. Het is tijd om niet alleen het productaanbod, maar vooral deze verscheidenheid aan vaardigheden te gaan bundelen.