De belangstelling voor de brede weersverzekering groeit. Maar omdat de risico’s per regio verschillen, is de verzekering niet voor iedereen interessant. Ook de kosten vormen een struikelblok.
De laatste jaren groeit het aantal weerextremen. Steeds vaker vallen in een korte periode grote neerslaghoeveelheden. Ook de schade door hagelbuien neemt toe. Feit is dat de overheid niet meer van plan is bij te springen bij weerscalamiteiten, het nieuwe ‘vangnet’ is de brede weersverzekering. De verantwoordelijkheid en de keuze om die af te sluiten, ligt bij de individuele boer.
Om voor de subsidie op de betaalde premie voor een brede weersverzekering in aanmerking te komen, hebben boeren tot 15 mei de tijd om dit bij de Gecombineerde opgave aan te geven. De subsidie bedraagt maximaal 65%.
Belangstelling verschilt regionaal sterk
Na een voorzichtige start in 2010 met nog geen 500 deelnemers, is het aantal in 2016 gestegen tot ruim 1.700 deelnemers. Vooral sinds 2014 is het aantal deelnemers procentueel sterk gestegen, maar op het totaal aantal boeren met opengrondteelt is dit percentage nog steeds zeer klein.
De belangstelling voor de verzekering verschilt regionaal sterk; vooral in regio’s waar in het verleden problemen waren, is interesse in de verzekering. Zo wordt bijvoorbeeld in het oosten van het land het risico door boeren veel lager ingeschat. “We hebben vorig jaar breed ingezet op de brede weersverzekering, door iedereen te benaderen”, zegt Ronny Vogt van OWM Achterhoek uit Aalten. “Maar er was geen enkele belangstelling voor, verregende gewassen komen hier op de zandgrond nauwelijks voor.”
Stijging van premies
Volgens NAV-voorzitter Teun de Jong is dit ook meteen een van de problemen van de brede weersverzekering. “Er is een behoorlijke uitval van potentiële deelnemers. Vooral boeren in de ‘risicovollere’ gebieden hebben de verzekering afgesloten, zoals West-Brabant.”
De geringe deelname zorgt volgens De Jong voor een versnelde stijging van de premies en dat is weer nadelig, omdat het potentiële deelnemers afschrikt. “Het is nu al een relatief dure verzekering”, zegt De Jong. “Het gaat al snel om zo’n € 100 bruto per hectare.” Echt goed inzicht krijgen in de premie is overigens bijzonder lastig, omdat de brede weersverzekering als een kerstboom kan worden opgetuigd. Cornald van Aalst, verzekeringsadviseur in Aalst, gemeente Zaltbommel, bij TopTeam Agrarische Verzekeringen: “Het ligt er maar aan wat je wilt verzekeren. Daarnaast speelt natuurlijk de teelt mee en tegen welk verzekerd bedrag per hectare de verzekering wordt afgesloten. Ook houdt de verzekeraar rekening met de postcode, om het risico in te schatten.”
Hoog eigen risico
Het relatief hoge eigen risico van zo’n 30% vormt overigens geen drempel om een verzekering af te sluiten. Volgens NAV‘er De Jong is zo’n drempel een logisch onderdeel van een calamiteitenverzekering: “Het is een schadeverzekering die bedoeld is om de continuïteit van het bedrijf te waarborgen. Als je een verzekering te laagdrempelig maakt qua uitkering betaal je dat uiteindelijk ook zelf, want dan wordt de premie automatisch enorm hoog.”
Boeren hebben op dit aspect trouwens wel een keuzemogelijkheid. De beide grote aanbieders van de brede weersverzekering Agriver en Vereinigte Hagel hebben een ander uitgangspunt. De eerste verzekeraar hanteert een eigen risico per perceel en de tweede per hectare. Hierdoor zal de drempel van het eigen risico bij Vereinigte Hagel eerder bereikt zijn.
Individuele afweging
Duidelijke criteria om wel of geen brede weersverzekering af te sluiten, zijn overigens moeilijk te geven. De Jong: “Het is en blijft een individuele afweging van iedere akkerbouwer. Als de kans op schade groot is en de gevolgen daarvan niet te overzien zijn voor het bedrijf, is een dergelijke verzekering heel belangrijk om de continuïteit van de onderneming te garanderen.”
Belemmeringen
Een complicatie om nu te beslissen een brede weersverzekering af te sluiten, is de onzekerheid over de hoogte van de subsidie op de premie. Sinds 2015 staat het beschikbare subsidiebudget op € 9 miljoen. Dat was in 2016 niet voldoende om de maximale subsidie van 65% uit te keren aan de deelnemers. Het percentage werd daarom vorig jaar verlaagd naar 62%. Omdat ook dit jaar het budget niet verhoogd is en het onduidelijk is hoeveel deelnemers er uiteindelijk zullen zijn, is er geen enkele zekerheid over de hoogte van de premiesubsidie. Dat kan potentiële deelnemers afschrikken.
Een andere belemmering vormt de hoogte van de assurantiebelasting. Volgens Teun de Jong maakt die de brede weersverzekering onnodig duur. Er moet namelijk 21% assurantiebelasting over de brutopremie worden betaald. “Daarmee wordt een derde van de subsidie eigenlijk meteen weer teruggehaald.” De NAV‘er zou het veel logischer vinden als deze verzekering net zo behandeld zou worden als andere bedrijfsrisicoverzekeringen, die in een veel lager belastingtarief vallen.