NPPL-deelnemer en fruitteler Martijn Slabbekoorn uit het Zeeuwse Kapelle-Biezelinge is pionier op het gebied van precisiefruitteelt. In het voorjaar stond voor deze deelnemer aan het NPPL-project alles klaar om boomspecifiek te dunnen en ook percelen autonoom te gaan spuiten. De praktijk was wat weerbarstiger dan voor de bloei verwacht was.
De verwachtingen over de inzet van boomgericht vruchtdunnen waren voor de bloei duidelijk anders dan de latere praktijk. De bloei was wat betreft het aantal bloemknoppen per boom erg goed. Maar het was tijdens de bloei koud en nat waardoor de bestuiving en vruchtzetting minder was. Zo vlogen bijen slecht tijdens de koude, omdat bijen bij 8 tot 12 graden overdag liever in de kast blijven zitten. Reden om voorzichter te zijn met chemisch dunnen en niet meer boomspecifiek te dunnen.
BA volvelds
Wel heeft Slabbekoorn op enkele percelen laat met het dunningsmiddel BA gespoten, maar dan alleen als volveldsbespuiting zonder bomen over te slaan. De techniek was klaar voor de precisietoepassing, maar het kwam er logischerwijs niet van. Fruitteler en NPPL-deelnemer Sander Verstegen heeft wel wat ervaring met deze toepassing opgedaan.
Meer handdunning dan verwacht
Achteraf bekeken had Slabbekoorn toch wel iets meer chemisch kunnen dunnen. Maar met vaak niet meer dan enkele tientallen gedunde appeltjes per boom, valt het hoeveelheid dunwerk bij Elstar erg mee. Bij Junami is dat redelijk vergelijkbaar waardoor zijn appelhoofdrassen na het wat mindere jaar 2019 weer gewoon goed vol hangen.
Na het dunnen van de appels volgen de peren. Net als op veel plekken hangt Conference ondanks de rijke bloei niet supervol, maar is het vooral een kwaliteitsdunning om rommel en te kleine peren kwijt te raken.
Beurtjaren voorkomen
Rond de bloei kun je beelden maken waarbij het percentage wit (peer) of roze (appel) leidraad is voor de bloei-intensiteit van fruitbomen. Dit maakt precisie dunnen op boomniveau mogelijk. Want je wilt niet te weinig en niet teveel vruchten dunnen. Dat dunnen gebeurt zoveel mogelijk met chemische dunmiddelen. Dan dun je vroeger in het seizoen zodat de boom meer energie over houdt om volop bloemknoppen aan te leggen.
Zo zijn beurtjaren beter te voorkomen. Het lastige is dat elke boom in een aanplant in hetzelfde jaar sterk wisselend kan bloeien. Daarmee wisselt het beurtjaareffect sterk per boom waardoor eigenlijk elke boom zijn eigen dunaanpak vraagt.
2020 was een jaar waarin bij veel fruittelers en ook wel bij Slabbekoorn percelen of een deel van de bomen toch wel minder droegen door een beurtjaar. Er bloeiden weinig bomen heel rijk. Dit jaar was het andersom waardoor het risico op een overdracht dit jaar en een beurtjaar in het volgende jaar bij veel bomen aanwezig was.
Drone of sensorplatform
Op dit moment is het gebruiken van dronebeelden van de bloei als input voor precisiefruitteelt beschikbaar voor de praktijk via Aurea Imaging. Martijn Slabbekoorn heeft gekozen om zelf te investeren in een drone en de dataverwerking uit te besteden aan Aurea Imaging. Hierdoor is het makkelijk om op het juiste moment te vliegen. Hoe verder de bloemen openstaan, hoe beter de hoeveelheid bloemen per boom kan worden ingeschat. Als echter te laat wordt gevlogen, is er geen tijd meer om al de eerste dunningsbespuiting uit te voeren op taakkaart.
Vanuit Wageningen UR is Pieter van Dalfsen bezig geweest om het in Fruit 4.0 ontwikkelde sensorplatform uit te testen. Op dit platform, dat je achter de trekker hangt, zitten allerlei sensoren, waaronder zes kleurencamera’s. Een algoritme (rekenregel) analyseert de foto’s en telt het aantal bloemknoppen in het rozeknopstadium. De aantallen worden vervolgens per boomzijde in een kaart gezet.
Voordeel van deze techniek is volgens Van Dalfsen dat het vroeger kan dan een opname met een drone (vliegen tijdens volle bloei), waardoor er meer tijd is om de taakkaart te maken. Ook worden de opnamen van de zijkant genomen (bij drone van bovenaf), waardoor je naar verwachting een betere inschatting kan maken.
Binnen het NPPL-project was het mooi om deze techniek te testen. Het sensorplatform heeft naast de drone ook zijn meetronde gemaakt in een Elstar-boomgaard van Slabbekoorn.
De data van het sensorplatform zijn nog niet verwerkt tot kaarten, maar de ervaring bij enkele andere bedrijven leert dat zowel met de drone als met de sensorplatform goede kaarten kunnen worden gemaakt.
Het sensorplatform bleek meer last van de lichtomstandigheden te hebben. Het is wel aan de teler om de vertaalslag van gemeten bloesemwaarde per boom te vertalen naar behandeling op basis van een taakkaart. Dat is soms gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het beste is om de uitkomsten op de kaart te vergelijken in het veld en dan de actiedrempel te kiezen.
Chemisch dunnen richt zich op gemiddelde boom
Normaal gesproken richt een fruitteler zich op de gemiddelde boom. Eigenlijk zou de best bloeiende boom een wat pittigere aanpak nodig hebben om nog meer vruchten door de chemische dunning extra te laten ruien. En de bomen met tegenvallende bloei dun je mogelijk wat teveel met je dunmiddelen die je spuit. Eigenlijk wil je bij chemische dunnen de spuitdoppen bij de slechts bloeiende bomen dicht kunnen zetten. Maar handmatig is dat gewoon niet te doen.
Sinds vorig jaar kun je met de laatste versie van de HSS-spuit, waarvan Slabbekoorn de eerste gebruiker en ook wat testlocatie was, bomen heel gericht spuiten. Als je dunmiddelen in de bloei of in de weken daarna spuit, kan dat ook op basis van een taakkaart met de dronebeelden van het percentage witte kleur als databron. Met spuiten is het niet alleen een kwestie van spuitdoppen aan of uit maar je kunt ook de dosering sturen afhankelijk van mate van bloei.
Bron: NPPL