Titia Bouwmeester is theatermaker. En vegetarisch chefkok. Die twee werelden komen bij elkaar in haar theaterproducties op locatie. Eerder maakte ze al Melk over boerengezinnen en bedrijfsopvolging. Dit jaar was daar Grondproeven over de West-Friese vollegrond. Volgend jaar misschien de Westlandse kassen?
In het weidse land ver ten noorden van haar woonplaats Haarlem zocht en vond Titia Bouwmeester vier spraakzame boeren die haar konden vertellen over de spanning tussen traditie en innovatie. Gemeenschappen in transitie, daar wil ze met haar theatergezelschap 5eKwartier stem aan geven. Zoals de Noord-Hollandse telers, die zichzelf op hun oude familiebedrijven opnieuw moeten uitvinden, omdat het duurzamer moet.
“De spanning van zo’n transitie, dat is voor een theatermaker een mooi dramatisch gegeven. Mijn mening is niet belangrijk. Ik bouw een podium om hún stem te laten horen. Dus heb ik meegeholpen op hun bedrijven, met ze rondgelopen over hun land en ze vragen gesteld en laten vertellen. Dat heb ik opgenomen en thuis álles uitgetypt, met alle uhh’s en alle rare zinnetjes. Daar heb ik de toneelteksten van gemaakt.”
De telers die op die manier werden omgevormd tot toneelpersonage, waren de oude bioboer van het eerste uur Jan Knook, omschakelaars Frank en Mieke Hoogenboom, Neerlands grootste knolselderijtelers Ted en Nicoline Vaalburg en broccoliteler Peter Appelman. Met allemaal hun eigen manier van praten en hun eigen kijk op hun bedrijf, de grond, de markt en de politiek.
Green Deal EU
Aanleiding voor de voorstelling was de Green Deal van Frans Timmermans, die de Europese land- en tuinbouw in tien jaar tijd voor een kwart biologisch wil laten produceren. “Wat betekenen die politieke plannen voor de telers? Wat wordt er eigenlijk van ze gevraagd? Daar kun je over lezen in de krant. Maar de impact van theater is veel groter, zeker op locatie: de voorstelling werd gespeeld op het bedrijf van Ted en Nicoline Vaalburg tussen de gestapelde kuubkisten vol knolselderij. Door de combinatie van livemuziek en het spel van de acteurs kunnen we de onderliggende emoties voelbaar maken. De voorstelling bestond uit vier muzikale scènes met tussendoor een driegangenmaaltijd, bereid met de producten die deze telers zelf telen. Een belevenis voor álle zintuigen.”
Geen cultuurschok
Bouwmeester wil niet spreken van een cultuurschok, die zij als Randstedelijke exponent van de cultuursector zou hebben ervaren, toen ze haar blik op het platteland richtte. “Al toen ik nog op de Kunstacademie in Amsterdam zat, werkte ik in een vegetarisch restaurant. Dat heeft mijn liefde voor goed en gezond voedsel gevormd. Het maakte me toen al bewust waar die groenten, dat fruit en die andere producten vandaan komen. En wat er voor nodig is om ze te telen.”
De liefde voor het achterland en zijn heerlijkheden werd twee jaar geleden nog eens opgestookt toen Bouwmeester, terwijl de coronacrisis de cultuursector platlegde, zich bij VIP Health & Nutrition liet bijscholen tot vegetarisch chefkok. “Voor mijn afstudeerproject besloot ik te gaan koken op de plek waar ons voedsel groeit. Zo kwam ik terecht bij oergranenteler Pieter Bijlsma en maakte ik kennis met de wereld van de korte keten. Maar ik besefte ook dat dat niet de hele landbouw is. Op de meeste bedrijven gaat het nog steeds om zo veel mogelijk produceren.”
Open en nieuwsgierig
De telers die Bouwmeester sprak, weerspiegelen die verschillen. “Grootschalig of kleinschalig, biologisch of gangbaar, ze zijn allemaal met hun grond bezig. Onderling zijn die werelden heel open en nieuwsgierig naar elkaar.” Dat bleek ook wel tijdens de voorstellingen. Daar kwamen mensen op af die de sector kennen of die een van de tot personage gemaakte telers kennen. Maar ook het vaste theaterpubliek, doorgewinterde cultuursnuivers. En dat combineerde wonderwel.
“Ik kon wel zien wie in de zaal de telers waren. Die knikten of schudden harder met het hoofd en lachten ook net wat harder. Ze voelden zich gezien en gehoord, lieten ze na afloop merken. En tegen dat meer stedelijke publiek zei ik: ‘Wij zijn hun tijdelijke spreekbuis, maar voor het échte verhaal kun je terecht bij … en dan stelde ik de telers, die op dat moment in de zaal zaten, even voor. Het publiek uit de stad vroeg hen het hemd van het lijf.”
Nog drie thema‘s
Titia denkt dat niemand die deze voorstelling heeft gezien én geproefd ooit nog hetzelfde naar een knolselderij zal kunnen kijken. En zoiets zou misschien ook met de tomaat kunnen gebeuren. Want met haar acteurs en muzikanten en andere medewerkers is ze alweer bezig met de volgende voorstelling. De komende drie jaar wil ze nog drie thema’s rond landbouw en voedsel omvormen tot locatietheater. Weer met eten én met gesprekken, over generaties, over verdienmodellen en over wat de maatschappij van telers eist.
Onrealistische eisen? “Ik geloof er heilig in dat als de consument verandert, alles kan veranderen.” En vanuit haar kokshart weet ze: als het lekker is wat we maken, dan éét men het met plezier. “Hoeveel mails ik naderhand niet kreeg of ik de recepten kon sturen. In Nederland produceren boeren en tuinders voor de massa en zo koken we ook. Een echte eetcultuur hebben we niet in dit land. Dat laat veel ruimte voor iets nieuws. De kunst is om niet in je eigen bubbel te blijven zitten, maar bubbels bij elkaar brengen en elkaar te inspireren.”