“De gewassen hebben de hitteperiode fantastisch doorstaan”, meldt Wim van Marrewijk, teeltchef bij biologische kwekerij Frank de Koning (Voorne-Putten).
“Dat bevestigt voor mij opnieuw dat in de grond geteelde weerbare gewassen beter met weerovergangen kunnen omgaan dan niet weerbare gewassen.” Die weerbaarheid zit overal breed verwerkt in de teeltstrategie. “Wij hebben in de warme periode steeds 3 tot 4 liter water per m2 gebruikt bij de tomaten, waar collega-substraattelers soms dik over de 7 liter heen gaan. Onze gewassen konden goed blijven verdampen. We hebben de rv goed op niveau kunnen houden. We werken op een biologisch bedrijf veel met tegenlucht, want de bodem draagt in de nacht behoorlijk bij aan de rv. In de hete periode heeft er continu een minimumlucht in gestaan. In de vroege ochtend voor zonsopgang probeer je het gewas zo veel mogelijk af te koelen, om ’s morgens zo lang mogelijk een lagere gewastemperatuur na te streven. Daardoor is het gewas in staat om te blijven verdampen.”
Tomatengewas oogt krachtig
Er staat nu een heel krachtig gewas, goed in balans. “Aan de lengte van de tomatengewassen zie je wel dat ze al langere tijd onderweg zijn. Als je alleen naar de koppen kijkt, lijkt het wel maart of april zoals het gewas eruitziet”, zegt Van Marrewijk.
‘Bewust bijpunten van de trossen in de voorzomer heeft zich tijdens de hete periode duidelijk uitbetaald’
Ook aan de goede vruchtkwaliteit is te zien dat de gewassen zich goed hebben weten te koelen. Het bewust bijpunten van de trossen in de voorzomer, zodat de belasting in de zomer niet te hoog kon oplopen, heeft zich tijdens de hete periode duidelijk uitbetaald. “Het gewas heeft niet op zijn tenen hoeven lopen. Daardoor zit er nog veel kracht in voor een goed eindschot in het najaar. De laatste weken is het gemiddeld vruchtgewicht alleen maar toegenomen. Dat geeft aan dat de gewassen goed bezig zijn. Ik verwacht dat we toch weer wat hoger in productie uit gaan komen dan vorig jaar.”
Goede resultaten met coating op dek
Een coating met Redufuse IR bij wat gevoeliger lijkende rassen heeft goede resultaten opgeleverd. Van Marrewijk: “Een hogere productie, een betere kwaliteit en een sterker gewas. Ook spint is veel minder dan we ooit gehad hebben. Dus gaan we het coaten volgend jaar zeker grootschaliger uitbreiden naar meer rassen in het snacktomatensegment.”
Ziekten en plagen blijven goed onder controle. “Een enkel spoortje Tuta, maar niet om zenuwachtig van te worden. We hebben een lichte aantasting van galmijt gehad, maar ook dat is nu geen issue meer.”
Bodem is basis voor stabiele, productieve teelt
Een goede bodem is het belangrijkste uitgangspunt voor een stabiele en productieve teelt. “Mijn overtuiging wordt steeds sterker dat 85 tot 90% van het teeltresultaat wordt bepaald door de bodem. Die werkt voor ons”, zegt Van Marrewijk. “De plantsapanalyses laten steeds stabiele cijfers zien. Het is opmerkelijk dat we pas één keer hoefden bij te bemesten. Verder doet de bodem al het werk. Straks in het najaar wordt de keus dus weer ontzettend belangrijk wat we allemaal als basisvoorraad gaan inbrengen. 2 weken geleden zijn er bodemmonsters genomen, waarvan de resultaten mede bepalend worden voor die balansanalyse.”
Meer water via regenleiding
Opmerkelijk is dat dit jaar meer water gegeven wordt via de regenleiding op de grond dan via de druppelaars. In het begin van de teelt zijn die druppelaars leuk om een goede wortelkolom naar beneden te creëren. Maar daarna wil je de hele bodem benutten, en heb je met de regenleiding een veel bredere dekking. Met de regenleiding hou je ook de toplaag van de grond voldoende vochtig. Dat verhoogt de schimmel- en bacterie-activiteit, wat de omzetting en het vrijkomen van stikstof en mineralen bevordert. Als de toplaag droger wordt, zie je dat direct terug in plantsap-analyses. Dus sturen we erop om die schimmel- en bacterie-activiteit in leven te houden.”
Kwaliteit paprika’s prima
Bij de paprika’s is een vergelijkbaar beeld te zien met een sterk en krachtig gewas. “Je ziet 8 volgroeide vruchten aan de stengels. Dat is veel. Ondanks dat er pas 23 april is geplant, lijkt 25 kilo per vierkante meter aan het eind van het teeltseizoen realiseerbaar.”
Ook de vruchtkwaliteit is goed. “Je ziet telers waar hele containers vruchten weg gaan met neusrot, vruchtrot en verbrande vruchten. Wij hebben alleen een paar vruchtjes gezien bij het middenpad, waar het warmer blijft. Heel bizar. We hebben alleen wat ouderdomspikkels gehad, doordat we moeite hebben gehad om de oogst bij te houden.”
Zonder luchtbevochtiging is de rv nooit onder de 62% weggezakt. Het gewas wist zich goed te koelen. Zelfs bij die extreme buitentemperaturen van 36,5 graden, is het in de kas niet boven de 30 graden geweest. “Volgend jaar gaan we bij het gewasonderhoud nog meer blad overhouden. Zolang het gewas zelf in staat is om klimaat te maken, is dat beter dan dat je moet corrigeren met luchtbevochtiging.” De planten krijgen dan niet zo’n grote klap te verwerken.
Betere afzet Nederlandse paprika‘s
De afzet in de hete periode was moeizaam. Dat is nu omgedraaid, mede doordat door de hitte productie in Spanje is weggevallen. “In de zomer kunnen de hoger gelegen gebieden in Spanje een serieuze concurrent voor onze paprika’s zijn.”
Luis goed onder controle
Waar luis bekend staat als grote bedreiging in de biologische teelt, is die plaag dit jaar geen issue op het bedrijf bij Frank de Koning. Van Marrewijk: “Uit analysecijfers bleek dat suikers heel bepalend zijn voor de luisdruk. Er is een directe relatie tussen de aanwezige hoeveelheid suikers en een snelle vermenigvuldiging van luis. Daarom hebben we daar heel sterk op gestuurd. We zorgen dat de plant op het eind van de dag alle suikers heeft opgebruikt. Zo blijft er geen restvoorraad over die het gewas aantrekkelijk maakt voor luis en kan de plant de volgende dag meteen nieuwe assimilaten aanmaken.”
‘Door suikers te beheersen zijn we nu zelfs in staat om opkomende luisdruk terug te dringen’
Ook bij de rassenkeuze wordt gekeken naar rassen die continu blijven doorladen en niet werken in grote zetsels. Dat stelt ze beter in staat om suikers efficiënt om te zetten. “Door suikers te beheersen zijn we nu zelfs in staat om een opkomende luisdruk terug te dringen en weer beheersbaar te maken.”
In plantsap-analyses is een streefwaardeniveau voor suikers vastgesteld. Er wordt actief gewerkt aan streefwaardes binnen een bandbreedte van 0,3 tot 0,4.
Bloemen plukken
Ook breder in de teelt wordt het reageren op verzamelde teeltdata steeds belangrijker bij alle gewassen. “De biologische teelt heeft vaak het imago dat er vooral wordt gereageerd op onderbuikgevoel. Maar we zijn ook heel pragmatisch bezig met het sturen op feiten en interpretaties vanuit scoutingdata. Daarmee is heel ver te komen. Ook in de bioteelt blijken veel dingen wel degelijk verklaarbaar en voorspelbaar, zodat je daar op in kunt spelen.”
Onder andere bij komkommer lijken er mogelijkheden om, via analyses van data en modellen, in bepaalde periodes het gewas meer of minder te belasten zonder in disbalans te raken.
De komkommers zijn de hete periode goed doorgekomen. “Wel hadden ze even wat last van Mycosphaerella. Maar ongeveer zes weken geleden zijn we begonnen met bloemetjes plukken. Sinds die actie is Mycos geen issue meer.”
Ent-methode heeft impact
Ook bij komkommer is een juiste rassenkeuze essentieel. “Een van de rassen blijft ten opzichte van de andere achter in kracht en vult zijn vruchten onvoldoende.” De ent-methode is eveneens van invloed. “Met een afzuig-ent komt de productie iets later op gang dan bij een gewone onderstam, maar er blijft wel meer energie over voor het najaar.”
Zoeken naar generatiever ras aubergines
De teelt van aubergines verloopt het hele jaar al probleemloos. Onder andere qua ziektes en plagen is het heel makkelijk geweest. “We hebben vrij veel bespuitingen met bitterzout uitgevoerd. Het gewas is sterk gebleven en is goed met magnesium omgegaan.”
Er wordt wel gezocht naar iets generatievere rassen. “Omdat we in de bioteelt veel werken met wat fijnere vruchten van 225 gram, heb je bijna altijd onvoldoende plantbelasting. Soms moesten we het gewas zelfs een aantal dagen ‘pesten’ door het geen water te geven.”
Auteur: Peter Visser