‘Bloemkwaliteit blijft aandachtspunt’

“Het gewas staat er mooi in balans bij. Door minder licht missen we wel productie”, zegt Rick van Schie van tomatenbedrijf Fa. L.A. van Schie in Kwintsheul.

In week 27 staat de 23^e tros in bloei. “Dat is een tros minder dan het gemiddelde van 23,8 stuks voor begin juli. Met 25 zouden we beter op schema zitten. Maar die tros minder is goed verklaarbaar, omdat we deze teelt over het zevenjarig gemiddelde 11,6% minder licht hebben ontvangen. Desondanks staat het gewas er wel goed bij.”

Voorzichtig met water geven

Het is gewas is mooi in balans: de stengels hebben de juiste omvang, de bladeren de juiste grootte (niet te groot en niet te klein) en de bloemkwaliteit is goed. “Dankzij de onderstam Astrolite (The Rootstock Company) staat er een open gewas. We hebben wel het idee dat we een paar grammetjes missen door kokossubstraat.”

De tomatenteler is voorzichtig met water geven om een goede plantbalans krijgen, omdat hij niet te veel vegetatief wil sturen. “Toch hadden we eerder langer door moeten gaan met watergeven. Normaal stoppen we drie uur voor zonsondergang met druppelen. Sinds begin juli doen we dat twee uur voor zonsondergang en daar sturen we nu op. We hebben dat niet in het begin van de teelt al gedaan, omdat we de bloemkwaliteit ook altijd goed willen hebben en de kop van de plant er ook niet naar leek te vragen.”

Kokos is een luchtig substraat en moet je vegetatiever sturen dan steenwol, maar we halen er niet de hoogste productie mee

“We merken dat we zelfs met donkere dagen bij kokos water moeten blijven geven, terwijl bij steenwol langer weg kunt blijven. Kokos is een luchtig substraat en moet je vegetatiever sturen dan steenwol, maar we halen er niet de hoogste productie mee.”

Het tomatenras is vegetatief, de onderstam generatief en het kokos een generatief substraat waarop vegetatief water moeten worden geven. “Dat alles maakt het lastig. Het tomatenras Mediax reageert er het meeste op. Het liefst zouden we generatief water willen geven vanwege de goede bloemkwaliteit, maar dat lukt met het kokossubstraat niet waar we vegetatief water moeten geven. Hierdoor blijft de bloemkwaliteit een belangrijk aandachtspunt.”

Geen Tuta absoluta en witte vlieg meer

Over de gewasbescherming van plagen is de teler dik tevreden. “Nadat we in het begin van het jaar een aantal weken achter elkaar consequent de bladeren met Tuta absoluta in plastic zakken uit het gewas hebben verwijderd, zien we nu al twee maanden geen enkele tomatenmineermot meer. Al dat werk heeft absoluut zijn vruchten afgeworpen.”

Er is in mei wel een behoorlijke witte vliegplaag geweest. Deze plaag is onder controle gekomen door een combinatie van maatregelen. Allereerst vier keer een wekelijkse pleksgewijze bespuiting met afwisselend Siltac en Hiwett. Daarnaast het ophangen van gele vangplaten en het uitzetten van één roofwants Macrolophus pygmaeus per vierkante meter in de niet bespoten plekken. De natuurlijk vijanden zijn volvelds bijgevoerd. “De Macrolophus heeft zich verspreid door het gewas en is voor 20% verantwoordelijk voor het opruimen van de witte vlieg. Bij de sluipwesp Encarsia zagen we veel parasitering en dat heeft 20% geholpen. De bijdrage van de gele vangplaten is 30% en de bespuitingen 30%.

Auteur: Harry Stijger