“De kop van de plant staat vrij fris maar de zetting heeft flink onder druk gestaan”, zegt Angela Zwinkels in Monster. Zij teelt op ruim 7 hectare het nieuwe aubergineras Bowie (Enza) op onderstam Fortamino.
“Door de hitte groeiden de vruchten ook niet zo spontaan uit als we gewend zijn.” Door de combinatie van een hoge plantbelasting (30 vruchten per vierkante meter) en de hitte zijn er toch wat bloemen afgevallen.
“We zijn gewoon blijven oogsten op 1 2/3 per week en op een vruchtgewicht van boven 300 gram. We hebben er wel op gelet dat de lagere vruchten goed worden meegenomen. Als die te lang blijven hangen, heeft dat toch invloed op de nieuwe vruchten. En verder proberen we op donkere dagen zo luchtig mogelijk te telen.”
Arbeidsvriendelijk gewas
Tijdens de hete periode liep de etmaaltemperatuur op tot 24 a 25 graden. Toen de nachten weer redelijk koel werden, was dat gezakt naar 22,5 a 23 graden. De zetting ziet er nu beter uit. “Je ziet dat de bloemen sterker worden en de vruchten beter uitgroeien”, zei ze begin vorige week. Het gewas is altijd sterk gebleven.
Qua arbeidsvriendelijkheid is het ras Bowie (E37H-01734) op onderstam Fortamino vergelijkbaar met zijn voorganger Bartok. “We doen wel eens in de paar weken een rondje om de lange takken ertussen te steken zodat ze niet afbreken bij het rijden door het pad. Afknippen van die stengels zou te veel stress geven. Bovendien komen er gemiddeld zo’n 3 vruchten af.”
Bowie beter bij heet weer
In productie is de teelt vergelijkbaar met vorig jaar. “In het voorjaar is het anders gelopen, maar nu lopen we toch ietsje voor op 2016. De kwaliteit van dit ras is ook goed. Dat ze steviger zijn is een voordeel en de kroontjes zijn ook mooi groen. Met dat hete weer zie je wat roodverkleuring maar het blijft te overzien. Bij Bartok kregen de rodere vruchten veel zaad, maar bij Bowie is dat veel minder.”
Alles recirculeren
Van het drainwater wordt tot nu toe alles gerecirculeerd zodat er geen gebrek aan regenwater om de voedingsoplossing aan te maken. “Het natrium-cijfer blijft toch op een vrij laag niveau.”
De mat-ec varieert tussen 2,8 en 3,8. De druppel-ec staat standaard op 2 en wordt op erg warme dagen verlaagd naar 1,8. Via de twee Grow-scales probeert Zwinkels het gewicht de perlietmatten iedere nacht met 2 kilo te verlagen, een interingspercentage van 7 tot 8. Gekke wortels ziet ze nauwelijks dit jaar. “We druppelen het hele seizoen al waterstofperoxide mee.”
Spint zoekt het hogerop
Ook de plagen zijn goed onder controle. “Je ziet geen wittevlieg, dat is toch heel bijzonder.” Alleen spint is wat lastig. “Het resultaat van de ingezette biologie is bij spint wat minder geweest. Je ziet dat natuurlijke vijanden vooral beneden in het gewas blijven terwijl de spint het hoger op zoekt.”
De inzet van Feltiela, Phytoseiulus, Macrolophus en swirskii kon de spint onvoldoende beheersen. “Maar ik heb goede hoop dat het evenwicht wordt hersteld. De natuurlijke vijanden zijn nog volop aanwezig. Ik zie alleen weinig Macrolophus, maar dat was vorig jaar ook zo en toen kwamen ze in groten getale terug.”
Auteur: Gerard Boonekamp