Zit het met het ene gewas tegen, dan zit het vaak met het andere gewas wel goed. Mede daarom kiest Frans van den Goorbergh in Bavel voor een breed pallet gewassen, met onder andere andijvie, spinazie, Chinese kool, radicchio en bleekselderij.
Enkele van deze gewassen gaan naar de snijderij en enkele naar The Greenery, waaronder bleekselderij. Dit laatste gewas is na jaren uit beeld te zijn geweest, dit seizoen weer terug op het bedrijf. Van de Goorbergh was indertijd gestopt met de teelt omdat wantsen de teelt ‘overnamen’, en omdat er toen niets voorhanden was om dit te stoppen. “Je kon er met goed fatsoen niet tegenaan telen.” Met de beschikbaarheid van Spruzit zijn de kansen gekeerd, het middel wordt nu wekelijks ingezet. Wantsen hebben zich nog niet gemeld, maar dat komt ook omdat het weer -althans tot eind vorige week- nog niet echt gunstig is geweest. Want wantsen houden van warmte.”
Gewassen lang staan pruttelen
Van den Goorbergh werkt met de rassen Stetham (Rijk Zwaan), en met Plato en Tango, aangevuld met enkele proefrassen van Rijk Zwaan. De eerste planten werden in de derde week van maart geplant, in grond met een stikstofvoorraad van 80 kilo per hectare. Dat is aangevuld met 2 x 20 kilo zuivere stikstof, en met 500 kilo patentkali per hectare. De plantingen volgen elkaar wekelijks op. De eerste vier gingen onder doek, voor vervroeging. “Wild zit er niet aan, daar is de smaak blijkbaar te apart voor.”
Het onkruid wordt aangepakt met Stomp en Boxer, daarna is het een kwestie van bijhouden met schoffelen. Tot nu toe is dat goed uitgepakt. Dat geldt ook de vochtvoorziening, dit voorjaar moest de beregening regelmatig bijspringen. “Een kwestie van de installatie aanzetten, we hebben overal telescopen liggen.”
Van den Goorbergh verwachtte midden vorige week nog zo’n tien dagen van de eerste oogst af te zitten. “De gewassen hebben lang staan pruttelen, pas de laatste anderhalve week zit er wat meer gang in, doordat het ’s nachts niet meer zo koud is.”