Biologisch trips bestrijden in doordragers lukt
Zelfs in een lange teelt als met doordragers (op stellingen met regenkap) zijn trips onder de duim te houden met de inzet van biologische bestrijders. Voorwaarde is wel dat de inzet zo vroeg mogelijk start, dat wil zeggen als de eerste bloem verschijnt.
Het belang van vroeg bestrijden is algemeen bekend, maar geldt dubbel en dwars als een hardnekkig insect als trips bestreden moet worden in een doordragerteelt die maandenlang gevoelig is voor aantasting. Dat werd weer eens duidelijk op de vorige week in Egchel gehouden Aardbeidemodag.
Koppert Biological Systems pakte de trips aan vanaf week 20 (half mei) met een praktijkschema met enkel de roofmijt Neoseiulus cucumeris en een tweede schema waarbij de N. cucumeris werd versterkt met de roofwants Orius laevigatus.
Het effect op de trips werd gevolgd door frequent bloemen en vruchten te spoelen met ethanol. Daarmee worden alle volwassen tripsen en larven (en roofmijten) verzameld. Ter vergelijking: wanneer men met een loep kijkt, is zowat de helft te zien van het resultaat na een ethanolspoeling.
Orius vestigt zich
In week 27 (2 – 6 juli) was de tripsdruk het hoogst, dat was zowel aan de orde in het schema met alleen cucumeris en in het schema met cucumeris + orius. In het vervolg van juli was een sterke vermeerdering van Orius merkbaar. Dit laatste was ook het geval in de veldjes waarin alleen cucumeris was ingezet, door de overstap van Orius naar die andere veldjes. Het bestrijdingsresultaat en de aantallen Orius waren was dusdanig dat de inzet van cucumeris gestaakt kon worden.
De bestrijding van luis en spint is ook biologisch aangepakt, er is niet gespoten tegen de suzuki fruitvlieg.
Beheer
WP Admin
Bewerk bericht