Bio-fruitteler vaart wel bij EU-samenwerking

Meer Europese samenwerking biedt kansen voor de biologische fruittelers in Nederland en België.

Dit stelt Gerjan Brouwer, adviseur biologische fruitteelt bij Delphy, tijdens de BioKennisWeek. Brouwer presenteerde in een online sessie de eerste resultaten van het BioFruitNet, een Europees kennisnetwerk voor de biologische fruitteelt, waar ook de Nederlandse biologische fruittelers en adviesorganisatie Delphy in participeren. Aan dit netwerkproject voor de biologische fruitteelt, dat eind 2019 is gestart, doen 16 partners uit 12 veelal West-Europese landen mee.

Voordelen van klimaatverandering

Noord-Europese landen profiteren via dit netwerk van kennis die in Zuid-Europa is opgedaan met plagen die door klimaatsverandering langzaam naar het Noorden opschuiven. Een probleemplaag als de bruin gemarmerde stinkwants is in Zuid-Europa al langer bekend.

‘Leren van Italiaanse fruitteelt’

“Wij kunnen veel leren van de ervaringen van de Italiaanse fruitteelt die nu bijvoorbeeld volop ervaring opdoen met het uitzetten van een specifieke sluipwesp tegen dit probleeminsect”, aldus Brouwer. Ook over de vrij nieuwe schimmelziekte Marssonina wat problemen met bladvlekken en bladval in appels kan geven, is vanuit Zuid-Europa volop kennis beschikbaar.

Klimaatverandering levert nog een ander voordeel op. In Nederland is het een voordeel dat voor laatrijpende rassen het groeiseizoen in Noord-Europa langer wordt.

Kennisopbouw te kortlopend

Als zwak punt voor de biologische fruitteelt in het Europese netwerk noemde Brouwer dat er in veel landen naar verhouding erg weinig biologische fruitteeltbedrijven zijn. Hierdoor is er minder technologische kennis, ruimte voor investeringen en is er beperkte invloed op beleid en afzetorganisaties.

Te weinig specifiek onderzoek

Zeker in kleinere landen is er eigenlijk te weinig specifiek onderzoek voor de biologische fruitteelt. En als er geld is voor kennisopbouw en netwerken is dat vaak projectfinanciering die te kort loopt voor problemen in de biofruitteelt. Ook is er vaak te weinig lobbykracht om biologische middelen toegelaten te krijgen of te houden. In de grote fruitteeltlanden lijkt dat veel gemakkelijker te gaan.

Naar bio kijken met gangbare bril

Ook een zwak punt dat in alle deelnemende landen wordt gezien, is dat telers en afzetorganisaties nog met een gangbare blik naar de biologische teelt en markt kijken. Telers die omschakelaars willen het liefst een gangbare fungicide zoals captan inwisselen voor een biologische fungide. Terwijl de biologische teeltwijze juist staat voor een holistische benadering, waarbij iets als een schimmelziekte wordt aangepakt met veel aandacht voor de bodem, bladvertering, rassenkeuze en een weerbaar gewas als complex systeem, aldus Brouwer.