Bijzonder beheer op de korrel

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) gaat in opdracht van minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën het bijzonder beheer van banken onderzoeken.

Deze ‘verkenning’ zoals de bewindsman het noemt, is onderdeel van een totale apk-keuring van banken. Op de werkvloer gaan de wildste geruchten over aantallen bedrijven en gehanteerde regimes bij bijzonder beheer.

Ruud Huirne, directeur Food & Agri van Rabobank Nederland, schetst in deze uitgave van Groenten & Fruit vier indicatoren om te bepalen of een bedrijf in bijzonder beheer komt. Voor de hand ligt dat dit opgaat als een bedrijf zijn financiële verplichtingen (rente en aflossingen) niet nakomt, of al 2 of meer jaren verlies lijdt. Veel moeilijker te verkroppen is als de solvabiliteit afneemt omdat zekerheden wegvallen of de waarde van het onderpand daalt. Zo kan het voorkomen dat een bedrijf met zwarte cijfers toch in bijzonder beheer komt.

De ruigste inschatting is dat een derde van de glastuinbouwbedrijven in bijzonder beheer zit. Rabobank zegt dat zij geen overzicht heeft. Het is wel meer dan het gemiddelde van 12,5 procent in de mkb-financiering. Een ander hardnekkige opvatting is dat bijzonder beheer veelal het voorportaal van een faillissement is. Volgens de bank eindigt slechts 3 procent in een bedrijfsstop of faillissement. De regionale banken houden de regie. ‘Utrecht’, aldus Huirne, handelt alleen echt grote klanten af. Mogelijk komt het bij telers vaak anders over omdat de oude accountmanager altijd wordt vervangen.

Telers in bijzonder beheer treden vaak niet naar buiten, uit schaamte. Curatoren en advocaten uiten voorzichtige kritiek. Probleem is altijd dat de banken zich niet kunnen verweren tegen het verhaal van een gedupeerde. Zij doen geen uitspraken over individuele gevallen. Een financiering, en dus ook een bijzonder beheer, is maatwerk, luidt het credo.

Terecht, maar ook lastig voor de ondernemer die voor zijn voortbestaan vecht, en op een soepeler regime aandringt. Hij heeft geen vergelijk. Het is ook daarom goed dat een onafhankelijke instelling als de AFM naar dit beheer kijkt. Het kan telers én banken helpen in acceptatie van deze vorm van dienstverlening.