Doorgaan naar artikel

Sjaak Bakker (WUR): ‘Bijdrage aan minder afhankelijke teelt’

Onderzoek speelt een belangrijke rol in het behoud van de koploperspositie van de Nederlandse glastuinbouw. Sjaak Bakker heeft daar bij de WUR als onderzoeker en Business Unit Manager zijn bijdrage aan geleverd.

Sjaak Bakker bij zijn pensionering: “Ik vond het fantastisch om veertig jaar in het onderzoek te werken. Op papier lange tijd in dezelfde functie, maar inhoudelijk heb ik met alle veranderingen nooit dezelfde baan gehad. En ik vind de glastuinbouwsector geweldig. Ondernemers in deze sector zijn dynamisch, vernieuwend, met doorzettingsvermogen. Ze zoeken samen naar oplossingen.”

Die samenwerking gaat verder dan tussen telers onderling. “Laten we zorgen dat er geen ‘betonrot’ optreedt in het fundament van onze gouden driehoek: onderzoek, bedrijfsleven en overheid. Als je daar één poot uit trekt, dan kan het nog een tijd voortsudderen, maar een keer is het dan op. En je ziet dat pas als het te laat is.”

Kritische massa aan primaire productie in stand houden

Met bovengenoemde mentaliteit is Bakker absoluut niet bang dat glastuinbouwontwikkeling in het buitenland de Nederlandse sector zal schaden. “Maar dat behoud van onze positie als koploper lukt alleen als we hier een kritische massa aan primaire productie in stand houden. Anders zul je wel gaan zien dat research en toelevering mee gaan verschuiven naar andere teeltregio’s.”

Een trend die doorzet is wel dat Nederlandse toeleveranciers steeds meer in handen komen van grote internationale bedrijven. “Het zou daarom goed zijn als ons mkb nadenkt over gezamenlijke branding van hun producten, analoog aan bijvoorbeeld ‘Intel Inside’: wel met een eigen logo, maar allemaal ‘Holland inside’.”

Sjaak Bakker

Ultieme top van de agro-productie

De glastuinbouw heeft een unieke positie en is cruciaal voor een gezond dieet. “Maar je moet het belang ervan voor de complete voedselvoorziening op wereldschaal ook niet overdrijven. De glastuinbouw is de ultieme top van de agro-productie. En de teelt in klimaatcellen gaat nog een stapje verder. Die heeft zijn functie, en we investeren er ook in als onderzoeksinstelling, maar het is onzin dat vertical farming dé oplossing voor wereldwijde voedselvoorziening zal gaan worden.”

Vertrouwen schenken

Bakker heeft van huis uit geen roots in de tuinbouw, maar raakte daar vertrouwd mee tijdens zijn landbouwstudie in Wageningen, toen hij in de weekenden en in de vakanties op het glastuinbouwbedrijf van Leo Timmers in Barendrecht (Z.-H.) werkte. Eerst in de tomaten, later in de komkommers. Waarbij hij het vertrouwen kreeg om het bedrijf volledig zelfstandig te runnen toen de teler met vakantie ging. Daaruit heeft Bakker een belangrijke les overgenomen die hij ook in zijn directiefunctie altijd toegepast heeft. “Geef vertrouwen aan de voorkant, en doe controle daarna. Dus als mijn medewerkers, onderzoekers die allemaal echte creatieve specialisten zijn, zeiden: ‘Sjaak, ik denk dat dít nu het beste is om te doen, wat vind jij?’, dan stelde ik wel een paar extra vragen over eventuele consequenties of details, maar voor de rest was het: ‘Oké, dan gaan we dat doen’. Je moet vertrouwen hebben in je professionals.”

Ik ben altijd meer de meewerkend voorman geweest en zeker geen ‘spreadsheet-manager’​

“Ik ben ook iemand die managet vanuit de eigen opgebouwde expertise in het vakgebied. Ik ben altijd meer de meewerkend voorman geweest en zeker geen ‘spreadsheet-manager’. Hier op businessunitniveau moet je weten waarover je het hebt. Door via heel veel fases vanuit het onderzoek opgegroeid te zijn, weet je waar je mensen mee bezig zijn.”

Veranderingen

Terugblikkend richting de jaren tachtig heeft Bakker veel zien veranderen in de sector. Met intensivering en schaalvergroting en met meer individuele metingen waarop gestuurd wordt. Die extra kennis vanuit de kas helpt bij de huidige tendens naar meer datagedreven telen.

“Je zou de ontwikkelingen ook kunnen samenvatten onder de term onafhankelijkheid. Met kassen zijn we onafhankelijker geworden van het buitenklimaat, met substraat van de bodem, met biologische oplossingen van de chemie, met belichting meer van het zonlicht, en met robotisering en automatisering worden we minder afhankelijk van menselijke arbeid. En met de recente trend van ondersteunende artificial intelligence worden we zelfs gedeeltelijk onafhankelijker van het menselijk brein.”

“Daarbij zie je een steeds verdere verfijning. Eerst verwarming die aan en uit kon, met later steeds slimmere digitale aansturing. Eerst aanvullende belichting, en toen specifiek kijken naar een optimale spectrale verdeling.” Toepassing van het per gewas modelmatig sturen, is in de loop der tijd steeds verder gegroeid en verdiept zich nog steeds. “Zeker in het onderzoek vormen die modellen een cruciale basis en gereedschap. Experimenten doen is ontzettend duur, dus moet je het beschikbare geld zo efficiënt mogelijk besteden. Dus eerst modellen erop loslaten, een aantal doorgerekende strategieën bestuderen, dan kijken wat daaruit de meest veelbelovende opties lijken, en daarna pas praktijkonderzoek opstarten om te kijken of die opties ook echt in de praktijk werken.”

Wij zijn er niet om branden te blijven blussen, maar om brandweerauto’s en brandpreventiesystemen te ontwerpen

Betrokkenheid

In zijn begintijd werden onderzoeksdoelen voor ‘harde’ en ‘groene’ technologie helemaal overgelaten aan gewascommissies en andere betrokken partijen in de sector. Bakker zag dit verschuiven naar meer directe overheidsinvloed om het geld te besteden aan specifieke zaken die maatschappelijk van belangrijk geacht werden. Daarbij ziet hij nog weleens frictie ontstaan tussen ondernemers met hun kortetermijnbelangen, en overheidswensen voor onderzoeksterreinen die een langere horizon hebben. Toch vindt hij dat verder vooruitdenken ook belangrijk voor telers. Of om het beeldend uit te drukken: “Wij zijn er niet om branden te blijven blussen, maar om brandweerauto’s en brandpreventiesystemen te ontwerpen.”

Voortgaand proces

Er zijn al heel veel zaken uitgezocht die gaandeweg tot een efficiëntere benutting van teeltmiddelen hebben geleid. Maar er is bewustzijn nodig dat onderzoek een voortgaand proces blijft. Soms heerst er een te overspannen verwachting. “Zoals bij de overheid, die in een onderzoeksproject ziet dat iets mogelijk is, en zich dan afvraagt waarom het nog niet overal geïmplementeerd is. Maar echte vernieuwingen aan de constructiekant vragen vaak tientallen jaren, voordat ook de laatste telers toegekomen zijn aan de investeringsafschrijving van hun huidige aanwezige techniek.”

Financiers verwachten veel

Ook financiers verwachten regelmatig veel. “‘We willen investeren in dit onderzoeksproject, maar dan moet er wel een directe oplossing uitkomen voor het gestelde probleem.’ Maar zo’n garantie, op 100% zeker weten dat het iets op gaat leveren, heb je niet. Zo werkt onderzoek niet. Soms hoor je mensen na afloop roepen: de proef is mislukt. Maar als je weet en eerlijk vertelt wat er niet werkt, dan helpt zulk onderzoek om niet-perspectiefvolle routes af te sluiten. Ook kun je niet met een schaartje knippen wat hetgeen we nu doen en bedenken, kan en zal betekenen voor de toekomst.”

De voorkeur bij onderzoek gaat altijd uit naar het leren begrijpen van principes, waaróm iets wel of niet werkt. “Dan kun je ergens gericht op gaan ingrijpen en sturen. En kun je er bij een volgend probleem op voortbouwen, zonder dat je weer helemaal vanaf het begin iets moet gaan uitproberen.”

Combineren van kennis

Er zijn organisaties met nog veel diepgaander expertise dan bij de WUR in Bleiswijk. “Maar onze kracht ligt er juist in om al die kennis geïntegreerd toegepast te krijgen. Dat wij alle deelaspecten hier in huis hebben, maakt ons onderscheidend. Ook spelen wij een belangrijke rol in de specifieke toepassing in de glastuinbouw van technieken die buiten de sector ontwikkeld zijn. Want qua belang en marktaandeel is glastuinbouw voor grote internationals en industriële bedrijven vaak een minimale fractie. Efficiëntere leds willen ze wel ontwikkelen voor bijvoorbeeld utiliteit en automotive, maar er is daar bijna niemand geïnteresseerd in een specifiek spectrum voor de plant. Dat zullen we echt zelf moeten uitzoeken, met de meer gefocuste mkb-bedrijven. Hetzelfde geldt voor robotica. De finishing touch om die te laten passen binnen onze bedrijven moeten we zelf regelen. Dat is ook de kracht van onze mkb. Daar zitten de mensen die er in geloven, er een hoop tijd in willen steken en innovaties succesvol maken door samenwerking, zoals binnen onze Club van 100.”

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin