‘Bij watergift rekening houden met wortelproblemen’

De week ervoor zijn de laatste gele vruchten gesneden. De paprika’s van het laatste zetsel konden nog goed doorkleuren. Bedrijfsleider Erik Gelderblom: “Het kwam fantastisch uit. Door supermooie weken is er veel gezet rond week 36 en 37. En dat hebben we allemaal goed kunnen afoogsten.”

Verzwakt gewas door wortelproblemen

Ten opzichte van vorig jaar is de eindproductie ongeveer 5 kilo achtergebleven. “Ik denk zelf dat we van dat totaal 2 kilo lager uitkomen als gevolg van minder zonlicht dan afgelopen jaar. En de andere 3 kilo is veroorzaakt door ellende met Fusarium.” Door die wortelproblemen kwam het gewas zwak te staan. Vooral in augustus werd het spannend. “Die maand is een maatstaf. Het gewas kan dan of hard van je afgaan, of de aantasting stopt.” Gelukkig zette het probleem in augustus niet meer echt verder door. “We hebben het gewas verder tot het einde goed kunnen houden.”

Voorzichtig met watergift

Wel bleek dat de watergift daarbij extra aandacht te vragen. “Waar bijvoorbeeld een paar planten waren weggevallen, en de druppelaars waren blijven staan, kregen de overgebleven planten op zo’n mat makkelijk te veel water. Die vielen dan ook weg. Het werd dus echt extra goed opletten met watergeven. Daarmee bleef het gewas gelukkig staan.”

Grove paprika’s behielden vruchtgewicht

Ondanks de zwakke stand van het gewas is het gemiddeld vruchtgewicht nog goed gebleven. De wat fijnvruchtiger rassen, zoals Morbidelli en Allrounder, werden op het eind wel iets minder zwaar. “Maar de grove Augustini heeft zijn vruchtgewicht steeds goed weten te behouden. Dat bleven 180+ paprika’s.”

Vlot schermen tegen hoge instraling

Om het verzwakte gewas goed te houden, is er veel geschermd. Het gewas had veel moeite met hoge instraling. Daarom ging het schermdoek bij 300 tot 400 Watt instraling al dicht. “Veel licht wegschermen tijdens het teeltseizoen kost productie, maar het was gewoon nodig. Anders had het gewas slap gegaan.”

Snelheid creëren

Toen de laatste zetting eraan zat, en de vruchten alleen nog maar groot gebracht moesten worden en door moesten kleuren, kon nog intensiever geschermd worden. “Zo veel mogelijk warmte binnen houden, om snelheid te creëren. Daarbij moet je er ook wel wat meer energie in stoppen, anders zou het te vochtig worden, en krijg je problemen met de kwaliteit. Zoals rotte kroontjes.”

Nezara blijft vervelende plaag

Qua plaagbeheersing is de teelt over het algemeen goed naar het eind gegaan. “Maar de Nezara wantsen blijven wel een hele vervelende. Die gooit een hoop roet in het eten. Er gaat heel veel arbeid in zitten om ze dood te knijpen.”

Trissolcus sluipwesp heeft effect

Als proef is in een van de afdelingen de Trissolcus sluipwesp uitgezet. “Dat gaf een groot verschil. In die kas met Trissolcus vonden we 10 plekken met Nezara. In de kas waar we die niet uitgezet hadden, waren dat wel 300 plekken. Nu was die laatste wel de tuin waar we altijd de meeste Nezara’s hebben. Dus komend seizoen willen we het omdraaien, door dus juist in die kas de Trissolcus uit te zetten. Want we gaan zeker door met die sluipwesp. Ik geloof er in. Maar je moet er wel veel inzetten, en er ook vroegtijdig mee beginnen. Liever de eerste weken voor niets, dan dat je er te laat bij bent.” Die teelttechnisch goede strategie heeft natuurlijke wel zijn keerzijde. “Het is nog wel erg duur. Ik hoop dat het goedkoper gaat worden, als het grootschaliger door telers toegepast gaat worden.”

Auteur: Peter Visser