Het gebeurt niet elke dag dat je als agrarische ondernemer een compliment krijgt. En niet zomaar een: eentje omdat het zo uitkomt of omdat het hoort, maar een van de samenleving.
De Nederlanders waarderen de sector met een rapportcijfer van 7,6. Het deel dat iets beter bekend is met de sector geeft zelfs een 8,4! Het rapportcijfer komt uit een onderzoek van TNS Nipo in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Het bureau vroeg duizend Nederlanders naar hun oordeel.
Alle schandaaltjes omtrent geknoei met vlees, gebruik van bestrijdingsmiddelen of uitbuiting personeel ten spijt; de Nederlander heeft een zeer positief beeld van de agrarische ondernemer. De burger vindt ook dat boeren en tuinders hard werken. Nou hoor ik u denken dat hier appels en peren in één mandje liggen. Want wie heeft wat in gedachte bij de enquête? Nou, bijna een kwart denkt bij agrarische sector specifiek aan tuinbouw en kassen. Ter vergelijking: ook een kwart denkt aan veehouderij. Verder wordt de agrarische sector toch vooral over een kam geschoren.
Slechts 6 procent is uitgesproken negatief over de sector. Dit percentage is gelijk aan eerdere onderzoeken in 2012 en 2013. Feitelijk, en niet zo verrassend is dat Nederlanders van 55 jaar en ouder een positiever beeld hebben dan jongeren. Ook plattelanders geven een hoger rapportcijfer dan stedelingen. Slecht nieuws over de agrarische sector raakt de helft van de Nederlanders; een kwart doet het weinig tot niets. Bijna driekwart vindt het belangrijk dat Nederland ook in de toekomst agrarische bedrijven heeft.
Mooie cijfers dus. Menig marketeer zou een moord doen voor dergelijke uitkomsten. Die dure professional heeft de sector kennelijk niet nodig. De beste marketeer is de boer en tuinder zelf. Het onderzoek is ook een pleidooi om transparant te zijn. Vertel de burger wat, waarom en hoe je iets doet. Naarmate de bekendheid stijgt, neemt de waardering toe. Zwartkijkers zullen roepen dat mooie rapportcijfers geen geld in het laatje brengen. Direct niet, maar indirect wel degelijk. En behalve harde knikkers geldt toch ook nog een eergevoel.