‘Best veel spruiten, maar wel wat meer gepropt’

De gebroeders Bos in Ouwerkerk waren in week 37 nog volop aan het plukken in het ras Davlin. De eerste spruiten plukten ze dit seizoen op 18 augustus.

“Mooi op tijd, maar wel met een lagere productie dan in ‘normale’ jaren, licht Marien Bos toe”. Hoofdoorzaak is het tekort aan vocht in het gewas, “absoluut”. In zijn vorige bijdrage aan deze rubriek, begin juli, waren de voortekenen daarvoor al duidelijk. De lengtegroei was toen al niet geweldig, en beregenen zat er niet in door de afwezigheid van zoet water. “De planten zijn klein gebleven, aldus Bos tien weken later, met een lengte van 40 tot 80 centimeter. “Er zitten best veel spruiten aan, maar die zitten nu wat meer op lekker gepropt, dat geeft meer risico op smet en andere ellende. De druk van koolvlieg valt in Davlin daarentegen mee, wellicht doordat het gewas wat minder gul staat.”

Bijmesten of niet

In de nacht van 31 augustus op 1 juli kreeg het gewas nog een laatste tik mee, door een fikse hagelbui die over Schouwen–Duiveland trok. “Met schade in het gewas. En ook wel in de spruiten, met kratertjes die soms wel een halve centimeter diep zijn.” Vervolgens kwam er de nodige regen overheen. “Ook weer zo veel, en in een korte tijd. Het is inmiddels (op donderdag 9 september) weer aardig opgedroogd, maar het water stond tussen de rijen. Of we gaan bijbemesten, willen we nog even afkijken: er ligt op sommige percelen al ‘ruimachtig’ stikstof op.”

Koolvlieg grootste gevaar

De tripsdruk valt nog mee, wel nam het aantal slakken toe, “Die zie je nu meer en meer komen, Vanmiddag wil ik Sluxx gaan strooien, het gewas is nu mooi droog.” Net als overal in de spruiten vormt de koolvlieg (nog steeds) het grootste gevaar. “Elke week spuiten, dat is wat we nu doen, met de inzet van Sumicidin en andere beschikbare middelen. En vervolgens maar hopen dat het goed gaat. Ik weet wel dat we nu al heel wat koolvliegspruiten moeten uitrapen. De prijzen zijn nog steeds goed, dat is wel een opsteker.” Bos stapt half september over naar het ras Abacus. “Die heeft meer lengte gemaakt dan Davlin, die staat er redelijk bij.”