Paul Janssen in Hunsel plantte zijn laatste courgettes tussen 10 en 17 juli, met de Bejo-rassen Ladoga en Onega.
Onega kwam voor een deel in de plaats van het ras Aloha. Als redenen wijst Janssen erop dat Onega wat beter tegen koude nachten kan en dat de vruchten na de oogst beter houdbaar zijn. “Nog een punt is dat Bejo-rassen makkelijk mannelijke bloemen geven. In het najaar zijn de bestuivers minder actief. Meer bloemen betekent dan meer kans op stuifmeeloverdracht.”
“Een later plantmoment zou ook nog kunnen, maar dan moet je de weersomstandigheden mee hebben of bijvoorbeeld afspraken met afnemers voor late levering. Valt het weer tegen, dan oogst je ook minder. Normaal is tien tot vijftien vruchten per plant, maar je hebt er ook jaren bij dat je met zo’n late planting blijft steken op acht vruchten van een plant”, vult Janssen aan.
Planten bijgekocht
Tijdens het planten in juli was het (weer eens) snikheet. “Vooraf hebben we de planten goed nat gemaakt, en waar nodig is vooraf beregend. Na het planten hebben we dat nog een keer gedaan. Bovendien hadden we, op het moment dat geplant werd, voor de zekerheid nog wat extra gezaaid. Planten die om wat voor reden dan ook niet aangeslagen waren, konden we dan een week later vervangen. Uiteindelijk hebben we zelfs nog planten bijgekocht: niet zo zeer vanwege uitval, maar omdat we nog een aantal tekort kwamen.” Janssen maakt voor de beregening gebruik van grondwater, de verdeling gaat met haspels. “We hebben het goed kunnen bijhouden, ook tijdens de hitteperiode in augustus. We waren toen in alle teelten tegelijk aan het beregenen. Zo bleef de groei in het gewas, dat heeft toen echt geholpen om meeldauw eruit te houden.”
Lees verder onder het filmpje.
Eerder aan de oogst
De oogst van de laatste planting startte op 27 augustus. “Er is een tijd geweest dat je uitging van zes weken tussen planten en eerste oogst, dat aantal groeidagen gaat nu al een aantal jaren in de richting van vijf weken. De producties zijn wel goed, geholpen door goed weer”, aldus Janssen eind september. “Rond deze tijd stappen we meestal over van dagelijks naar om de dag snijden, door de afnemende daglengte en temperaturen.”
Einde seizoen
“De oogst gaat door totdat we erbij neervallen of totdat de omstandigheden ons daartoe dwingen”, geeft Janssen aan. “Dat laatste ligt het meeste voor de hand. Door vorst of omdat oogsten niet meer loont vanwege de tijd die het kost en/of vanwege de aanvoer van Spaanse courgette.”
Moeilijk seizoen
Prijstechnisch gezien beoordeelt Janssen dit jaar als ’moeilijk’. “Corona kunnen we daarvoor niet direct de schuld geven, wel het verloop van de zomer, met flinke producties. Met courgette ben je gemiddeld achttien tot twintig weken aan de markt, in die periode is Europa zes weken op vakantie. Dat maakt het ook wel lastig.”
Auteur: Joost Stallen