Voor de onbelichte teelt van tomaten heeft het Ministerie van EZ vrijstellingen verleend voor beide middelen tegen Pepinomozaïekvirus: zowel PMV-01 van DCM als V10 van Valto. Gebruik bij de plantenkweker blijft verboden.
De vrijstellingen gelden voor 120 dagen vanaf de datum van publicatie in de Staatscourant, 18 november. De vrijstelling voor PMV-01 was na die voor de belichte tomatenteelt (per 22 september) een formaliteit. Maar een vrijstelling voor V10 werd niet meer verwacht. Voor de belichte teelt weigerde de Staatssecretaris de vrijstelling omdat de procedure voor reguliere toelating via de Europese Commissie nog niet ver genoeg gevorderd was. Zo ontbrak voor V10 bijvoorbeeld het Draft Assesment Report (DAR) op grond waarvan het Ctgb een advies voor de vrijstelling baseerde.
De Europese toelatingsprocedure voor PMV-01 is al veel verder gevorderd. Behalve het DAR-rapport ligt het compleet verklaarde toelatingsdossier al ter inzage van de EU-landen. Vrijstelling van PMV01 was daarom een formaliteit. “Tegelijk met de vrijstelling van PMV01 wordt de landbouwkundige noodzaak voor de gelijktijdige vrijstelling van V10 teniet gedaan. Een nieuwe vrijstellingsaanvraag voor V10 zal dit jaar hoogst waarschijnlijk worden afgewezen”, liet het Ministerie van EZ eind september weten via de woordvoerder voor Land- en Tuinbouw en Visserij.
Sterke lobby
Nu oordeelt het Ctgb ‘op grond van bij Ctgb bekende informatie en expert judgement’ dat er na het nemen van maatregelen geen risico voor mens, dier en milieu is verbonden aan de vrijstelling van V10. LTO Glaskracht Nederland heeft zich bijzonder ingespannen voor de vrijstelling van beide middelen. De organisatie zette zwaar in op de verschillen. V10 is een mengsel van isolaten van twee zwakke stammen van CH2 (Chili-stam) en de EU/LP-stam. PMV01 bevat alleen een effectief zwak isolaat van de CH2-stam. LTO Glaskracht Nederland heeft bewust gekozen om voor beide middelen vrijstelling aan te vragen ‘omdat de verschillen in teelt en rassen dit noodzakelijk maken en om in alle situaties en voorkomende stammen van PepMV de beste bescherming te bieden’.
Geen monitoringsgegevens
Het is niet duidelijk welk onderzoek ten grondslag ligt aan de noodzaak tot bescherming met meerdere zwakke stammen. De aanwezigheid van verschillende virusstammen in de Nederlandse tomatenteelt wordt al jaren niet meer gemonitord. In 2008 bleek de CH2-stam de overige stammen al voor 87 procent te overheersten. In Belgisch onderzoek bleek dat de zwakke stam die uiteindelijk de naam PMV-01 kreeg, voldoende bescherming gaf tegen eventueel voorkomend virus van de LP/EU-stam. Bovendien was de LP/EU-stam uiteindelijk zo goed als verdwenen in de proeven op de Belgische proeftuinen door de overheersing van CH2. De kans is dus reëel dat de LP/EU-stam helemaal zou verdwijnen wanneer hij niet ieder jaar opnieuw zou worden geïntroduceerd via V10.
Bekijk in de bijlagen de tekst van de vrijstellingen voor V10 en PMV-01