Wie door een erfenis of schenking in het bezit komt van een lopend familiebedrijf, krijgt te maken met de Belastingdienst.
Maar via de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) wordt bedrijfsopvolging binnen de familie fiscaalvriendelijk mogelijk gemaakt. Door de BOR toe te passen, kan een onderneming vrijwel zonder erf- of schenkbelasting overgedragen worden naar de volgende generatie. Maar de BOR in de Successiewet wordt versoberd. Dit voornemen staat in de Voorjaarsnota 2023.
Deze aanscherpingen komen bovenop een eerder aangekondigde maatregel, die al in 2024 ingaat. Met ingang van volgend jaar wordt aan derden verhuurd vastgoed standaard aangemerkt als beleggingsvermogen. En voor beleggingsvermogen geldt de voor de praktijk heel erg belangrijke vrijstelling niet.
Flexibiliteit van ondernemingen minder beperken
Daar komt nu bij het voornemen om de opbouw van de BOR vanaf 2025 aan te passen, waarbij tot € 1,5 miljoen 100% is vrijgesteld en voor het meerdere 70% in plaats van 83% wordt vrijgesteld. Daarmee wordt deze faciliteit voor de grotere (familie)bedrijven beperkt in omvang. Naast deze versoberingen in de regeling worden er ook enkele kleine versoepelingen voorgesteld. Zo bestaat het voornemen om de dienstbetrekkingseis af te schaffen en de bezits- en voortzettingseis te versoepelen, zodat deze de flexibiliteit van ondernemingen minder beperken.
Waarde going concern
Een heel erg belangrijk gegeven voor de agrarische sector is dat de faciliteit voor de waarde going concern (WGC) blijft bestaan. Het verschil tussen de vrije verkoopwaarde van een bedrijf en de WGC van de onderneming blijft volledig onder de regeling vallen.
De Eerste en Tweede Kamer moeten de plannen nog goedkeuren, maar het lijkt erop dat de omvang van de faciliteiten kleiner wordt, naast een gedeeltelijke versoepeling van de voorwaarden. Het is belangrijk om hier bij een toekomstige bedrijfopvolging rekening mee te houden.