Een nieuw kabinet met een landbouwminister afkomstig uit de BoerBurgerBeweging staat nog net niet bij de koning op het bordes. Maar de seinen voor een vlotte bedrijfsopvolging lijken toch al op groen te staan. Het oude kabinet kwam nog met vestigingssteun, het nieuwe kabinet rept in het hoofdlijnenakkoord niet meer over intrekken van de Landbouwvrijstelling. Toch kijken opvolgers de kat nog uit de boom.
Voor jonge boeren en tuinders die met bedrijfsovername te maken hebben, is begin deze maand een interessante regeling geopend. De zogenoemde ‘vestigingssteun’ is een nieuwe subsidieregeling in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Doel van de regeling is om starters financieel te ondersteunen bij overname van een bestaand teeltbedrijf of start van een nieuw bedrijf. In eerste instantie zou er € 25.000 per jonge boer beschikbaar zijn, maar vorig jaar heeft landbouwminister Piet Adema dit bedrag opgehoogd naar € 80.000.
Om voor de subsidie in aanmerking te komen moet je aan een aantal voorwaarden voldoen:
- Op 31 december 2024 is je leeftijd tussen de 16 en 39.
- Je hebt het bedrijf op of na 1 januari 2023 overgenomen of gestart.
- Je bent bedrijfshoofd. Dat betekent dat je blokkerende zeggenschap hebt in het bedrijf bij grote financiële beslissingen. Ook moet je met meer dan 50% van het eigen vermogen deelnemen in de maatschap of vof, of meer dan 50% van de aandelen hebben in geval van een bv of nv. Daarnaast moet je minimaal 1.225 uur per jaar in het bedrijf werken.
- Je moet een officiële landbouwopleiding gevolgd hebben of ten minste twee jaar werkervaring hebben in de land- en tuinbouw.
Daarnaast moet het bedrijf een landbouwbedrijf zijn. Dat wil zeggen dat het als zodanig is ingeschreven bij de KVK met bijbehorende activiteitencodes. Het bedrijf moet ook een zogenoemde ‘standaardverdiencapaciteit’ van €15.000 hebben. Informatie hiervoor kan uit de Gecombineerde opgave gehaald worden. Bedrijven die de subsidie krijgen, moeten ook vijf jaar in stand blijven; bij wie eerder stopt wordt de vestigingssteun teruggevorderd.
Bedrijfsplan maken met verduurzamingsdoelen
Aanmelding voor de regeling verloopt via de website van RVO. Belangrijk is dat je met je aanvraag een kopie van de ondertekende koopakte of een ander overnamedocument meestuurt, om aan te tonen dat je echt het bedrijf (of meerderheidsbelang) hebt overgenomen. Daarnaast moet iedereen die in aanmerking wil komen voor de subsidie een bedrijfsplan opsturen.
Daarin moet je onder andere vertellen hoe je bedrijf ervoor staat, waar je over vijf jaar wilt staan en waar je de subsidie aan gaat besteden. Daarnaast moet je vertellen hoe je op je bedrijf gaat bijdragen aan het behalen van doelen op het gebied van klimaatverandering en duurzame energie, efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen en bescherming van de biodiversiteit.
Blijk van waardering
Die € 80.000 ligt net zo goed te wachten voor de nieuwe ondernemer op een klein bedrijfje als voor de kersverse eigenaar van een kapitaal glasgroentebedrijf. Ook al is dit steunbedrag op de totale overnamesom voor zulke grote bedrijven ‘misschien maar een wissewasje’, stelt Coen van den Bighelaar. Hij is portefeuillehouder bedrijfsovername bij het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt. Zelf is hij ook wel van plan op termijn het ouderlijk melkveebedrijf over te nemen, maar aangezien dat een langer lopend proces is, komt hij nu zelf niet voor deze steun in aanmerking.
“Maar we zijn uiteraard heel blij met de regeling”, benadrukt Van den Bighelaar. “Het is een blijk van waardering vanuit Den Haag.” Waardering nog uit de koker van het oude kabinet. Maar ook in het hoofdlijnenakkoord voor het nieuwe kabinet is veel positieve aandacht voor jonge boeren en tuinders. Van den Bighelaar: “Nu de invulling nog. Het maakt wel wat uit wie de minister van Landbouw wordt. En zeker ook wie de staatssecretaris van Financiën wordt, met fiscaliteit onder zich.“
Bij Financiën wordt al lang kritisch gekeken naar een meer dan honderd jaar oude fiscale regeling voor boeren en tuinders. De Landbouwvrijstelling is volgens een eerder dit jaar verschenen evaluatie “doeltreffend noch doelmatig en kan ook niet gerechtvaardigd worden uit het realiseren van (eventueel wenselijke) neveneffecten”, schrijft onderzoeksbureau SEO. “Afschaffing is de logische en uitvoerbare beleidsoptie.”
Sinds 2001 oneerlijk
Dat doelmatige en doeltreffende gaat over het feit dat waar de vrijstelling ooit voor bedoeld was – namelijk het fiscaal gelijk behandelen van eigenaren van agrarische grond die die grond niet zelf gebruiken, maar verpachten en eigenaren die de grond wél zelf gebruiken – sinds 2001 niet meer relevant is. Toen kreeg de eigenaar-verpachter de inmiddels overigens omstreden vermogensredementsheffing aan de broek. Sindsdien is de fiscale vrijstelling op waardestijging van agrarische grond voor eigenaar-gebruikers dus juist oneerlijk voor de eigenaar-verpachters.
Om de Landbouwvrijstelling toch te handhaven, schermden de boeren en tuinders vooral met het effect op de financierbaarheid van bedrijfsovername. Bij overname van het bedrijf kan tot nu toe de aangroei tot aan de actuele waarde in het economisch verkeer bij agrarische bestemming (de wevab) onbelast worden genoten. Met een zo hoog mogelijke boekwaarde van de grond heeft de overnemende partij meer onderpand en zal de bank dus sneller financieren.
Puur economisch bekeken concludeert SEO dat winstgevendheid of schuldenlast van het bedrijf daardoor minder zwaar doorwegen bij de beslissing van de bank om wel of niet te financieren. Met andere woorden: de Landbouwvrijstelling houdt zwakkere bedrijven in de benen. En dat zou, puur economisch gezien, de concurrentiepositie van de Nederlandse land- en tuinbouw verzwakken.
Einde verhaal
Normaal gesproken is een zo vernietigend advies ook meteen einde verhaal. Op die manier ging er ook een streep door de plannen om de btw op groenten en fruit naar 0% te brengen. Niet doelmatig, niet doeltreffend en vooral ook erg nadelig voor de schatkist. Dat laatste lijkt voor de Landbouwvrijstelling ook het geval: het scheelt jaarlijks zo’n €1,3 miljard aan heffingen.
Maar de overheid moet zich niet te snel rijk rekenen, stelt Arjan Hoogerbrugge van Flynth. “Uitstellen van belastingheffing op agrarische grond kan ook op andere manieren. Zolang de grond maar agrarisch in gebruik blijft. Als de Landbouwvrijstelling wegvalt, zal een ex-tuinder die zijn grond naar privé brengt of verkoopt aan een projectontwikkelaar, wel belasting moeten betalen over de papieren winst van oude boekwaarde naar actuele wevab.”
Hoogerbrugge merkt in gesprekken met tuinders dat de kwestie van de boekwaarde van grond juist nu weer hoog op de agenda staat. Door het SEO-rapport, maar ook door geruchten dat de EU de landbouwvrijstelling wellicht als staatssteun zou kunnen aanmerken. “Het advies is al snel om grond die soms al tientallen jaren tegen een lage waarde in de boeken staat nu op de actuele waarde vast te klikken. Dat levert bijvoorbeeld ook meer afschrijvingspotentieel op.”
Er wordt wel gesteld dat de gemiddelde teler wel een aanslag zou kunnen betalen. Maar met name de heel grote bedrijven zijn dan niet meer binnen de familie over te nemen
Voor agrarische grond met een kas erop is het overigens wel iets ingewikkelder. De Landbouwvrijstelling geldt niet voor een stijging van de boekwaarde van kassen. Een ander addertje onder het gras is dat een eventuele waardedaling door de Landbouwvrijstelling een niet fiscaal aftrekbaar verlies oplevert. Dat was in 2008 het geval, toen de explosief gestegen prijzen voor glastuinbouwgrond tot boven de €100 per vierkante meter inzakten naar de helft of minder.
Zorgelijk wordt het volgens Hoogerbrugge wel als de huidige bedrijfsovernameregelingen in de inkomstenbelasting en schenk- en erfbelasting (BOF) ook zouden worden versoberd. Dat zou betekenen dat het geruisloos doorschuiven van stille reserves in de onderneming en van belastingclaims op vermogen zou worden ingeperkt. Bij familiebedrijven wordt nu op die manier nog vaak zoveel mogelijk met gesloten beurzen overgedragen.
“Er wordt wel gesteld dat de gemiddelde teler wel een aanslag zou kunnen betalen. Maar met name de heel grote bedrijven zijn dan niet meer binnen de familie over te nemen. Verkoop aan een derde partij of aan een private equity partij, zal dan in veel gevallen het alternatief zijn. ”
Makkelijk aan baan
Coen van den Bighelaar ziet dat door de fiscaal-financiële onzekerheid veel potentiële bedrijfsopvolgers de kat uit de boom kijken. Vooral als ze op het familiebedrijf een minder gunstige grondpositie hebben of onvoldoende ontwikkelmogelijkheden. “Die zijn tegenwoordig vaak hbo-geschoold. Kunnen dus makkelijk een baan vinden. Of ze kijken naar het buitenland voor het overnemen of starten van een eigen bedrijf. Dan zijn we dus eigenlijk goed opgeleide jonge boeren en tuinders naar de VS aan het exporteren.”
Volgens de NAJK’er staat of valt de toekomst van boeren en tuinders in Nederland met duidelijke kaders. Zowel fiscaal als beleidsmatig. “Jongeren waren eigenlijk de dupe van het klappen van het Landbouwakkoord. Dat akkoord had meer houvast gegeven over mestwetgeving, over de Kaderrichtlijn Water, over het pakket aan gewasbeschermingsmiddelen, over arbeid.”
Dan zijn we dus eigenlijk goed opgeleide jonge boeren en tuinders naar de VS aan het exporteren
Tegelijkertijd ziet de NAJK dat er nog altijd genoeg belangstelling is voor bedrijfsovername, ook buiten de traditionele opvolging van ouders op kinderen. Op het platform Boer Zoekt Boer gaat het ook vaak over tuinbouwbedrijven. Hoe minder grond en hoe minder vermogen er in een bedrijf zit, hoe makkelijker het buiten-familiair is over te nemen.
“We hebben het platform ook online onlangs helemaal opgefrist. Er stonden ook wel wat sluimerende aanbieders op. In september organiseren we ook de eerste Boer Zoekt Boer-dag, waar we vragers en aanbieders live bij elkaar brengen en er ook workshops zijn met ervaringsdeskundigen en adviseurs.”
Medeauteurs: Kirsten Graumans en Jeroen Verheul