De Koppert Cress Group verbreedt zijn verdienmodel. Division Q is daar een voorbeeld van, met kapitaal voor deelnames in tuinbouwgerelateerde start-ups. Directeur Bart van Meurs ziet een driedubbele meerwaarde: voor de start-ups, voor Koppert Cress én voor heel de glastuinbouw.
De Q in Division Q is een knipoog naar het personage in James Bond dat altijd met handige nieuwe gadgets komt. Die dan voor de geheim agent net op tijd het verschil maken tussen wel of niet de wereld redden van de duisterste rampspoed. Ook de tuinbouw is dol op dit soort lumineuze ideeën en ideetjes, die goed beschouwd allemaal kleine stapjes zijn om de wereld te behoeden voor wat we nu al zien aan klimaatrampspoed.
Zusterbedrijf van Koppert Cress
Dat Division Q een zusterbedrijf is van Koppert Cress is geen toeval. “Juist een bedrijf dat cressen teelt is een goeie plek om innovaties uit te proberen”, stelt Division Q-directeur Bart van Meurs. “Je ziet heel snel hoe het groeit en elke twee weken is er weer een nieuwe ronde. Met zo’n korte teeltcyclus is het ook net wat minder risicovol om eens iets uit te proberen.
“Ik begon hier in 2010. Rob Baan belde me. Dat hij leds had gekocht en of ik dat in goede banen wilde leiden. Samen met onder meer Oreon en PB Tec hebben we de cressen onder die leds laten groeien. Daarna kreeg ik ook andere nieuwe thema’s onder mijn hoede. Dat ging om ingewikkelde projecten als zonthermie, warmte-koude opslag, meerlaags telen. Mijn taak was en is om het innovatieproces inhoudelijk, financieel en planningsgewijs kloppend te krijgen.”
Herwaardering Westland
Van Meurs groeide op in het Westland en studeerde aan de TU Delft, maar zegt van zichzelf: “Ik ben geen hardcore techneut.” Hij ging na zijn studie in Delft in Amsterdam wonen en zijn eerste werkomgeving had te maken met buitenreclame. Toen hij daarna bij Hortilux aan de slag ging, keerde hij weer terug in het Westland.
“Dat werkte voor mij als een herwaardering van mijn eigen regio. Wat er zo mooi aan is: de daadkracht en de durf. Een man een man een woord een woord. Wat in de tuinbouw beter kan: de marketing en de communicatie over wat wij kunnen en wat wij te bieden hebben. Dat moet nog volwassen worden.”
Ook wij investeren in de innovatiekracht van de tuinbouw, maar dan niet met vreemd geld van buiten de sector
Tuinbouwgeld
Die volwassenwording is in volle gang. Een teken daarvan is de warme interesse die investeerders hebben voor de tuinbouw.
“Het opzetten van Division Q past in die trend. Met dien verstande dat ook wij investeren in de innovatiekracht van de tuinbouw, maar dan niet met vreemd geld van buiten de sector. Kapitaal is een succesfactor voor de technische start-ups, die de laatste jaren ook de weg naar de tuinbouw weten te vinden. Bijvoorbeeld vanuit Delft. Dat lijkt voor de hand te liggen. Vanuit de TU-gebouwen kun je de kassen zien liggen. Maar toen ik er studeerde merkte ik dat het daar een volledig andere wereld is, net als in Amsterdam.”
Dubbele meerwaarde
Die nieuwe aandacht voor de tuinbouw mag dus best gekoesterd worden. Dat begon bij Koppert Cress door start-ups als PATS met de mottenverpulverende drones in de kas te laten testvliegen. “Een start-up praktijkruimte geven is net zo belangrijk als een zak geld. Investeren in die drones, of de warmtebatterij van Thermeleon, dat is op voorhand best risicovol. Maar voor ons als teeltbedrijf is de meerwaarde dubbel. Een mogelijke plus voor de teelt én een mogelijke plus als impactinvesteerder.”
Verbreden
En dat laatste past dan weer in de wens van Koppert Cress om de bedrijfsvoering te verbreden. “Het verdienmodel van Koppert Cress in de gastronomie heeft ons vele successen gebracht, maar zorgde voor grote uitdagingen tijdens de corona-lockdowns. We moesten alles op alles zetten om te kunnen overleven. Het apart zetten van Division Q, met een eigen investeringsfonds dat minderheidsbelangen neemt in beloftevolle innovaties, maakt de basis breder. Net als ons zadenbedrijf Sango Seeds dat ook als apart bedrijf onder de holding hangt.”
Tanken bij de tuinder
De nieuwe innovaties waarin Division Q kan gaan participeren dienen zich wekelijks aan aan De Poel in Monster (Z.-H.). “We zijn een magneet voor nieuwe ontwikkelingen. En dat varieert spreekwoordelijk van een nieuw tomatentouwtje tot waterstofproductie op de kwekerij, waarbij de restwarmte benut wordt. Zeg maar ‘Tanken bij de Tuinder’. Wij als tuinbouw maken 10% uit van de Nederlandse energiemix. Dus ja, daar mogen we wat van vinden. En dan is een WKK op waterstof maar een eerste stapje.”
Wat je nu bouwt, daar moet je vijftien jaar mee vooruit kunnen
Emissieloos
De focus van Van Meurs en Division Q ligt op een emissieloze tuinbouw. “Met als subthema’s fossiele brandstoffen, verpakken en transporteren, water en het bouwen van de volgende kas. Allemaal thema’s waar we ook op ons eigen teeltbedrijf wat mee moeten. Ook dat laatste thema is bij ons regelmatig aan de orde: hoe gaan wij de tomatenkwekerij met ketel, die we gekocht hebben van een buurman, in ons duurzame cressenbedrijf integreren? Wat je nu bouwt, daar moet je vijftien jaar mee vooruit kunnen. Die innovaties waar we in investeren willen we graag in eerste instantie op ons eigen bedrijf laten werken.”
Potentie en schaalbaarheid
Welbegrepen eigenbelang heet dat volgens het oude adagium van de coöperatie. Eigenbelang waarvan uit vervolgens een sectorbelang kan worden gediend. “Dat nieuwe tomatentouwtje dat ik net noemde, dat pakken wij niet op, want dat heeft geen link met onze cressen. Maar de dingen die we wel oppakken – we hebben op dit moment zo’n 25 projecten lopen – die selecteren we zeker ook op hun potentie voor de hele glastuinbouw en op schaalbaarheid. Neem die warmtebatterij. Iedereen snapt dat het een goed idee is. En als het zich heeft bewezen, is het is ook niet zo ingewikkeld om er 40 hectare kassen mee in te richten. Het gaat om het stuk tussen dat idee en het uitrollen ervan.”
CO2-capturing
Andere grote thema’s waar Van Meurs op het vinkentouw zit? “CO2-capturing! Extra actueel nu de glastuinbouw fossielarmer gaat telen en externe CO2-bronnen dreigt kwijt te raken aan onderzeese opslag van CO2. Partijen als Skytree brengen deze veelbelovende techniek naar de tuinbouw. En ondertussen hebben we ook een eigen zonnecollector ontwikkeld en gepatenteerd. En zijn we bezig met waterzuivering en het terugwinnen van nutriënten die anders verloren zouden gaan. Het lukt ook niet allemaal natuurlijk, zoals dat gaat met innovaties. De bubbelkas bijvoorbeeld, die wij zouden gaan bouwen met het bedrijf BBBLS kwam tot stilstand toen BBBLS failliet ging.”