De interesse voor autonoom telen is in dit coronatijdperk enorm toegenomen.
‘Kun je me horen?’ ‘Je microfoon staat nog uit.’ ‘Kun je mijn muis zien?’ Het is slechts een greep uit een paar van de meest voorkomende zinnen tijdens vergaderingen in de afgelopen maanden. Thuis werken, inbellen en skypen, we doen het allemaal dit coronatijdperk.
Deze coronatijd heeft dan ook voor een stroomversnelling gezorgd op het gebied van telen op afstand, online teeltadvies en de heilige graal: autonoom telen. Vorig jaar had de Autonomous Greenhouse Challenge van Wageningen UR al internationaal de aandacht, maar dit jaar – en met name de afgelopen maanden – lijkt de interesse alleen maar groter te worden. De challenge is inmiddels afgerond en is het dan ook tijd om de balans op te maken en te zien wat we geleerd hebben.
Teeltsysteem van The Automators heeft afgelopen halfjaar een goede, sterke plant weggezet
Als teeltadviseur in het The Automators-team van Delphy en 30 MHz is het me vooral opgevallen dat we echt al heel ver komen. Ons teeltsysteem heeft afgelopen halfjaar een goede, sterke plant weggezet waar we trots op mogen zijn. En ook onze concullega’s hebben een goede teelt gerealiseerd, als ik de cijfers mag geloven.
Termen ‘generatief’ en ‘vegetatief’ onderbouwen
Natuurlijk vallen er nog genoeg zaken te verbeteren. Het is me opgevallen dat, met al onze sensoren en modellen, we ‘generatief’ en ‘vegetatief’ nog niet goed weten te vangen. Dat terwijl telers geen gesprek kunnen voeren zonder deze woorden te gebruiken. Ook software-ontwikkelaars kunnen weinig met deze subjectieve termen. Pas als we die vraag goed hebben beantwoord, zal de autonome teelt echt de tuinbouw veroveren.